Het is een vraag die een collega zich stelt.
We hebben het nog niet uitgetest, maar ik geloof hem wel.
Wanneer aan een vloeistof een weinig vluchtige stof (zout of suiker) wordt toegevoegd dan zal het smeltpunt van de vloeistof dalen en het kookpunt stijgen. Deze verschijnselen worden colligatieve eigenschappen genoemd. De smeltpuntverlaging wordt berekend met de formule: DTsmp= i Ksmpt m / MM
m = aantal gram opgelost product per kg oplosmiddel MM = molmassa product Ksmpt = constante (voor water = i = Van ’t Hoff factor =aantal deeltjes waarin het opgelost product splitst als je het in een vloeistof oplost Suikermoleculen splitsen niet als je ze in water oplost (i = 1) maar NaCl ((zout) splitst in een Na+ en een Cl- ion (i = 2). Besluit: De vriespuntverlaging wordt vooral bepaald door het aantal aanwezige deeltjes en niet door het soort deeltjes.
Volgende rekenvoorbeelden maken dit duidelijk. Rekenvoorbeeld 1 Er wordt m = 68,46 / 1,0 = (De molmassa van suiker is 342,3 g/mol). De vriespuntverlaging wordt dus:
DTsmpt= i Ksmpt m / MM = 1 . 1,86 . 68,46 / 342,3 = Rekenvoorbeeld 2 Er wordt Dit betekent dat m = 68,46 / 1,0 = (De molmassa van NaCl is 58,44 g/mol) De vriespuntverlaging wordt dus: DTsmpt= i Ksmpt m / MM = 2 . 1,86 . 68,64/ 58,44 = Besluit : Voor eenzelfde hoeveelheid product is er dus een veel grotere vriespuntverlaging bij NaCl dan bij suiker.
OPM : Bij vriesweer wordt strooizout gebruikt dit is meestal NaCl maar soms ook CaCl2. CaCl2 is effectiever omdat de molecule splitst in 3 deeltjes (Ca2+ ion en 2 Cl- ionen). Er is minder product nodig om dezelfde vriespuntverlaging te bekomen.
Dit betekent dat
Suiker splitst niet bij het oplossen => i = 1
1 molecule NaCl zal bij oplossen in water splitsen in 1 Na+ en
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.