Los op in R: 13 .〖log4〗x + 5 .〖log9〗x = 15 + 4 .〖log6〗x
Je hebt hier logaritmen met verschillende grondtallen. Je kan die eerst allemaal naar hetzelfde grondtal brengen (tien bijvoorbeeld) door de eigenschappen:
loga x = loga b . logb x en omdat loga b = 1 / logb a :
loga x = logb x / logb a
dus, in het bijzonder met b = 10 : loga x = log10 x / log10 a
vb: log4 x = log10 x / log10 4 = log10 x / 0.60206 = 1.66096 log10 x
Als je dit doet bij elk van de drie logaritmen bevat je vergelijking nog slechts 1 onbekende namelijk log10 x
Door die in een lid van de vergelijking af te zonderen kan je log10 xberekenen, en daaruit x zelf
Probeer het nu zelf maar eens, je moet uitieindelijk x = 4.914759777 uikomen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.