Via professor Nico Boon (Universiteit Gent) het volgende antwoord bekomen:
Micro-organismen worden in de meeste gevallen verspreid via wind en regen. Sommige schimmelsporen kunnen ook actief verspreid worden (via een turgor mechanisme worden ze de lucht in geslingerd).
De microbiële gemeenschappen van de lucht bestaan uit twee grote groepen. In een eerste groep zijn vooral fungi (schimmelsporen), Pseudomonas sp. en Micrococcae vertegenwoordigd en deze komen meestal voor in de buitenlucht. Een tweede groep is aanwezig door menselijke activiteiten en is daarom ook vooral aanwezig in gebouwen. Streptococcus salivarius is de belangrijkste vertegenwoordiger van deze groep (orale verontreiniging via speeksel). Het aantal kiemen die in de lucht rondzweven is meestal tussen 102 - 103 kiemen/m3. Deze kiemen kunnen voorkomen als vrije propagulen, ofwel gebonden op aerosolkernen (bv. druppels of stofdeeltjes).
Het is moeilijk te voorspellen welke micro-organismen (beter) overleven in de lucht, maar algemeen kan men stellen dat sporen betere overlevingskansen hebben dan actieve cellen. Abiotische factoren, zoals ultra violet (UV) licht, zuurstof in aerosolen en de relatieve vochtigheid, zorgen voor afdoding van micro-organismen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Biologie, Milieutechnologie, Microbiële technieken, Waterzuivering, Biomassa