Antwoord
Beste Erik,
Dit is een zeer interessante vraag. Bij zoogdieren en vogels is er sprake van "inprinting": de pasgeborene leert dat het eerste wezen dat het ziet (of ruikt en hoort) moeder of vader is. In de bekende experimenten van Lorentz beschouwden pasgeboren ganzen bv. de laarzen met een bepaald motief die ze bij het uit het ei komen hadden gezien, als hun ouders en soortgenoten... Ze waren later bang van andere ganzen indien ze vanaf de geboorte geen gans hadden gezien.
In de eerste dagen of weken komt het jong uitsluitend eigen soortgenoten tegen (ouders, broers en zussen en eventueel groepsgenoten). Het ondergaat vervolgens een leerproces waarbij het aanleert dat bepaalde vormen, kleuren, geuren en geluiden overeenkomen met soort- of groepsgenoten, en andere voor vijanden of prooien. Er zijn voorbeelden gekend zoals een jonge antilope die nog niet had geleerd welke dieren gevaarlijk zijn (normaal gebeurt dit wanneer de ouders en groepsgenoten ervoor gaan lopen en angst vertonen) en die argeloos een leeuw besnuffelt.
Het herkennen is dus het gevolg van een leerproces, ook bij andere zoogdieren en vogels. Dit is zowel visueel als auditief en olfactorisch.
Hoe zit het dan bij vissen en nog eenvoudigere dieren? Hier komen ook aangeboren "instincten" aan te pas, waarbij de hersenen geprogrammeerd zijn om bepaalde vormen, kleuren, en vooral geuren (feromonen bv.) te herkennen.
Reacties op dit antwoord
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.