Wie heeft de woorden uitgevonden?
Beste Koen,
Niemand heeft de woorden "uitgevonden". Het is bv. niet zo dat op een bepaalde dag iemand gedacht heeft: "Vanaf vandaag zullen we deze woorden gebruiken in het Nederlands". Woorden ontstaan op een andere manier.
Eerst en vooral is er een voorwaarde aan verbonden. Je moet met symbolen kunnen omgaan om een woord te kunnen maken. Een symbool is iets dat in de plaats staat van iets anders en dat eigenlijk willekeurig gekozen wordt. Mensen spreken dan onderling af om dit symbool altijd met dezelfde betekenis te gebruiken omdat zonder zulke afspraken symbolen niet kunnen werken. Bijvoorbeeld, het verkeersteken x op een rode driehoek is een onderlinge afspraak met als betekenis "Hier geldt voorrang van rechts". Als weggebruikers zich daar niet aan houden, zal het aantal ongevallen enorm toenemen!
Woorden zijn ook symbolen: een gesproken woord als bv. stoel is een rijtje klanken dat op zich niets te maken heeft met het ding waarnaar het verwijst. Dat is ook de reden waarom men in andere talen andere klanken gebruikt om naar een stoel te verwijzen, bv. chaise in het Frans. Dat zou onmogelijk zijn als de klanken rechtstreeks de betekenis van iets zouden uitdrukken (want dan zou het woord in elke taal hetzelfde zijn!). Veel dieren (misschien wel alle dieren) missen die eigenschap om symbolen te gebruiken. Experimenten om chimpanzees en bonobo's een vorm van taal aan te leren hebben in grote mate gefaald, vooral omdat onze naaste verwanten in het dierenrijk geen grammaticale regels kunnen leren maar ook omdat ze slechts na lang trainen een paar tientallen symbolen - woorden - kunnen leren. Ter vergelijking: (1) men schat dat een volwassene tussen de 50.000 en 250.000 woorden in zijn moedertaal beheerst (velen beheersen er ook nog een aantal duizenden in één of meer vreemde talen) en (2) een mensenbaby begint zijn eerste woordjes uit te spreken als hij slechts 12 maanden oud is, al zijn sommige baby'tjes wel wat vroeger en anderen wat later natuurlijk (zoals bij het stappen en vele andere zaken).
Wie vindt die woorden dan uit? Iedereen! Een woord ontstaat gewoon op het moment dat men het nodig heeft en iedereen is in staat er één te maken. Eerst een negatief voorbeeld. Niemand heeft bv. de behoefte om te verwijzen naar de combinatie van de stam en de takken van een boom (zonder de bladeren eraan). De woorden stam en kruin bestaan maar een woord dat enkel naar de combinatie verwijst, bestaat niet, behalve het woord boom zelf maar dat verwijst dan weer niet naar "enkel het hout". Je zou een woord als stramp voor deze combinatie kunnen "uitvinden" maar (dat zo niet gekker klinken dan stoel, stam of kramp) maar spaar je de moeite want niemand zou het gebruiken. Immers, niemand ervaart de behoefte om enkel naar het hout van een boom te verwijzen.
Nu een positief voorbeeld om aan te tonen dat een woord slechts ontstaat als mensen het nodig hebben. Neem bv. de woorden computer, laptop, internet en gsm. Geen mens die deze woorden 20 jaar geleden kende. De reden is duidelijk: die dingen bestonden niet of als ze al bestonden (de computer, het internet in beperkte vorm) werd er enkel door wetenschappers over gepraat. Een woord wordt dus gemaakt door mensen die een afgesproken symbool (het gesproken woord) nodig hebben om over iets te kunnen praten. In het begin kan dat een klein groepje specialisten zijn (bv. de mensen die de computer uitgevonden hebben en er een woord voor hebben bedacht: computer komt van het Engelse compute wat rekenen betekent, zodat een computer dus letterlijk een rekenaar is - in het begin werden computers ook enkel gebruikt om gigantische berekeningen te maken). Maar gaandeweg vinden woorden die eerst enkel door specialisten worden gebruikt hun weg naar het dagelijkse taalgebruik van iedereen. Op één voorwaarde: dat het 'ding' waarnaar ze verwijzen ook in het dagelijkse leven van mensen een rol begint te spelen. Dat is het geval geweest voor de woorden pc, computer, gsm, en internet. Die overgang naar het dagelijkse taalgebruik zal zich zeker niet voordoen voor de specialistische termen die bv. chirurgen of computerwetenschappers gebruiken als ze over het binnenste van een mens of computer spreken.
Maar woorden beginnen niet steeds bij geleerde 'specialisten'. Ook kinderen bv. zijn specialisten in hun eigen wereld, een wereld die volwassenen niet altijd (goed of helemaal) begrijpen. Ook kinderen, zoals jij, vinden woorden uit. Niet dagelijks en niet iedereen natuurlijk en dat hoeft ook niet. Die woordenschat die vooral door tieners wordt gebruikt, noemt men jongerentaal. Vaak worden die woorden niet door volwassenen begrepen: piepo, woesie, deb, bol het af. Waarom maken jongeren zulke woorden? Omdat elk groepje mensen (bv. tieners) zich graag onderscheidt van andere groepjes en dat kan je bv. door speciale woorden te gebruiken. Woorden zijn in die zin zoals kleren: je toont ermee (bewust of onbewust) tot welke groep mensen je wil behoren.
Ook de taal die op chatlijsten gebruikt wordt (al is dat dan geschreven taal) is een voorbeeld van 'nieuwe woorden maken'. Het zijn soms wel afkortingen van reeds bestaande woorden of uitdrukkingen zoals CU voor 'see you' of w8 voor 'wacht' maar het feit dat veel volwassenen dit niet begrijpen zonder uitleg, laat zien dat het om nieuwe symbolen gaat. Wie de afspraken binnen de groep niet kent, begrijpt de symbolen niet. De behoefte om hier een nieuw symbool te maken is op chatlijsten niet: een nog niet bestaand ding benoemen zodat men erover kan praten (zoals bij een gsm), ook niet zich onderscheiden van andere groepjes (zoals piepo, hoewel dat ook kan meespelen) maar vooral tijdwinst: snel met korte symbolen kunnen chatten (bv. terwijl men tegelijk een computerspelletje aan het spelen is).
Op een rijtje:
- Woorden ontstaan dus als er behoefte aan is.
- Ze blijven alleen bestaan als voldoende mensen ze blijven gebruiken. Anders doven ze a.h.w. uit.
- Woorden worden door iedereen gemaakt, niet enkel door geleerden maar door dagdagelijkse sprekers van een taal.
- Woorden kunnen maar gemaakt worden als het brein van een wezen in staat is tot symbolisch denken. Mogelijk geldt dit enkel voor de mens, al zijn wetenschappers daar nog niet volledig uit.
- Een symbool staat in de plaats van datgene waarnaar het verwijst en kan niet begrepen worden als men de afspraken niet kent van de groep die het symbool gebruikt.
Laat je me even weten of je hier iets aan hebt?
Groeten,
Dominiek Sandra
Hoogleraar
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.