Je ziet vaak mierenhopen langs de weg, en die zijn niet allemaal even groot. Is het aantal mieren dat in zo'n nest leeft enkel afhankelijk van de soort of ook van de grootte/ouderdom van de kolonie? En is er een maximum aantal dat zo'n kolonie kan bereiken?
Met de hopen die je soms ziet bedoel je waarschijnlijk de koepels van de rode bosmier.
De grootte en het aantal mieren in een zo'n mierennest hangen af van de soort en van de ouderdom van het nest.
Bij bosmieren kunnen koepels één, meerdere tot zelfs heel veel koniginnen bevatten en kan het aantal werksters variëren van 200.000 tot zelfs 1.000.000 individuen. De kale bosmier is een polygyne soort m.a.w. in één koepel komen heel veel koninginnen voor. Hoe meer koninginnen des te meer werksters er zijn. Men schat de totale biomassa van een gezond bosmierenvolkje op 2-3 kg. Bovendien kunnen koniginnen heel oud worden wat uitzonderlijk is voor een insect. Soms zelfs 15 jaar. Bij een polygyne soort (meerdere koninginnen) wordt het aantal koninginnen ieder jaar opnieuw aangevuld en zo zijn er zelfs plaatsen gekend waar al 80 jaar dezelfde bosmierenkoepel voorkomt. Dergelijke koepels kunnen dan ook heel veel bosmieren herbergen. Bij de behaarde bosmier (Formica rufa) komt er meestal maar 1 koningin voor in het nest. Toch kunnen dergelijke koepels even volkrijk zijn als die van de kale bosmier. De koningin van de bejaarde bosmier leeft ook 10-15 jaar, maar meestal sterft het nest dan af.
Toch kan een kolonie niet steeds blijven groeien, er moet voldoende voedsel aanwezig zijn in de onmiddellijke omgeving, er mag geen verstoring zijn, ...
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Entomologie, Inventarisaties, habitat quality assessment, Ecologie, natuurbehoud...