ik moet een werkstuk voor Wiskunde maken over het getal pi, nu moest ik ook enkele toepassingen geven uit de fysica. Maar mijn bronnen spraken mekaar tegen dus zou ik graag weten welke het bij het rechte eind heeft. En wat ik dus in mijn werkstuk moet zetten.
Alvast dank
Het getal pi is een wiskundige constante omdat het gedefinieerd is onafhankelijk van een fysische meeting: de verhouding van de omtrek tot de straal van een cirkel.
Omdat het getal pi een van de meest fundamentele wiskundige constantes is komt het zeer veel naar voor in de beschrijving van natuurlijke verschijnselen. Natuurlijke verschijnselen worden immers beschreven aan de hand van wiskundige modellen en de cirkel en bol komen daar uiteraard veelvuldig in voor.
Zo zijn bijvoorbeeld zowat alle fundamentele krachten uit de natuurkunde centrale krachten. Dit wil zeggen dat ze gericht zijn volgens de verbindingslijn van de objecten waartussen de kracht werkt. De zwaartekracht en elektromagnetische kracht die heerst tussen twee objecten zijn voorbeelden van krachten die niet veranderen zolang de afstand tussen de twee objecten gelijk blijft.
Beschouw bijvoorbeeld een object dat rond de aarde draait, zoals een kunstmaan, in een cirkelvormige baan , dan is de snelheid nodig om in een stabiele baan te blijven hetzelfde voor elk object dat zich op een gegeven afstand bevindt. Elk twee objecten die in een cirkelvormige baan rond de aarde draaien met eenzelfde snelheid, bevinden zich dus op een zelfde afstand van de aarde of met andere woorden op het oppervlak van een bol met als centrum het centrum van de aarde.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Theoretische Informatica