Zijn in Amerika supermarkten ontstaan? Is dat een correcte Nederlandstalige zin?

Bart, 27 jaar
14 januari 2009

Discussie in onze leraarszaal: de ene zei dat het wel een correcte zin is, want zo leg je de nadruk op het feit dat ze in Amerika zijn ontstaan; de andere zei van niet, want onderwerp en persoonsvorm moeten op mekaar volgen.
Wie heeft nu gelijk?

Antwoord

De vraag betreft de woordorde in de zin.

De woordorde kan bepaald worden door verschillende factoren : (a) de lengte van de woordgroep; een lange woordgroep (of syntagma) zal eerder achteraan de zin komen, korte woordgroepen eerder vooraan; (b) de woordsoort  (bv in het Nederlands staat een adjectief voor het substantief) of de functie in de zin (bv in het Nederlands  staat het onderwerp in een affirmatieve zin voor het werkwoord, tenzij de zin begint met een bepaling of een bijwoord, dan komt het onderwerp na het werkwoord : in de voorbeeldzin is dit duidelijk : "(de) supermarkten zijn ontstaan in Amerika", maar "In Amerika zijn (de) supermarkten ontstaan"; (c) de informatieve functie van het zinsdeel : de voor de ontvanger reeds bekende informatie komt meestal voor de niet bekende; waarover men het heeft in een tekst/discours (aboutness)  komt vooraan; wat de nadruk krijgt kan ook een bijzondere plaats in de zin krijgen.

Het onderwerp in het Nederlands is gemarkeerd door zijn positie voor het ww (indien geen bepaling voorafgaat) en na het ww (indien een bepaling voorafgaat): zie hierboven. Het onderwerp hoeft daarom niet onmiddellijk naast het ww te staan.

De plaats van bepalingen is flexibeler en heeft te maken met "informatieve modaliteiten":  nadruk (focus) of thema (dat waarover de spreker het wil hebben).

De voorbeeldzin is iets complexer omdat het een vraagzin is, geen affirmatieve zin. Dit betekent dat hij "gemarkeerd" is. Een speciale zin zoals een vraagzin kan gemarkeerd worden door een speciale woordorde. In het Nederlands is de vraagzin gemarkeerd (a) door zijn intonatie (stijgend) (b) door de achterplaatsing van het onderwerp.

Binnen dit soort gemarkeerde zinsconstructie is de onmiddellijke achterplaatsing van het onderwerp na het ww het minst gemarkeerd, dus het meest verwachte patroon. Vandaar dat de zin :

Zijn supermarkten in Amerika ontstaan ?

of

Zijn supermarkten ontstaan in Amerika?

de meest verwachte constructie is: eerst de vervoegde werkwoordvorm, daarna het onderwerp, daarna de bepalingen. Bovendien gaat de vraag over "supermarkten" ( aboutness) en niet over Amerika (nieuwe informatie): aboutness plaats je normaal voor de informatie die je wil inwinnen.

Het anticiperen van de plaatsbepaling is echter niet onmogelijk: alleen komt er door deze minder verwachte plaatsing een sterke nadruk op die bepaling. De spreker vestigt de aandacht op de informatie bv om te focaliseren, of om te contrasteren. Stel je een context voor als

Zijn in AMERIKA de supermarkten ontstaan ? Ik dacht dat het in EUROPA was.

Beide woordorden zijn dus mogelijk, omdat woordorde niet alleen bepaald wordt door de woordfunctie (bv onderwerp) maar ook door andere factoren (bv informatiemodaliteiten). Wat wel noodzakelijk is in een vraagzin is dat de zin begint met het ww.; dit markeert de vraagzin in het Nederlands.

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be