Waarom zijn dieren zo perfect symmetrisch?

Koen, 19 jaar
15 december 2008

Zoogdieren hebben 2 longen, 2 nieren, 2 hersenhelften, 2 ogen, 2 oren, ... Hoe komt het dat wij in veel opzichten zo symmetrisch zijn? Welk evolutief voordeel heeft dat? Waarom geen 1 of 3 maar 2? Wanneer is deze trend in de evolutie ontstaan?

Antwoord


De eerste dieren hadden geen symmetrie. Ze bestonden zelfs niet uit echte weefsels en geen spieren en geen zenuwstelsel. De sponzen die wij nu kennen kunnen daar (waarschijnlijk) mode lvoor staan. De cellen zijn weliswaar georganiseerd in functionele eenheden,maar behouden een grote graad van onafhankelijkheid van elkaar. Als je een spons in een mixer stopt en fijn maalt en die “soep” een tijdje laatstaan,  zullen de cellen zich reorganiseren en opnieuw sponsjes vormen. Een volgende stap in de evolutie is het ontstaan van weefsels: de cellen zijn nu afhankelijk van mekaar en georganiseerd in twee hoofdlagen (epidermis aan de buitenkant en gastrodermisaan de binnenkant). Ze hebben ook spieren en zenuwen. Ze hebben een radiaire,(soms een biradiare symmetrie). Dat wil zeggen dat je er meerdere (of tenminste twee) spiegelvlakken kan door trekken. Anemonen en kwallen zijn voorbeelden van resp. een vastzittende en een zwemmende vorm. Op een gegeven moment ontstond er een klein organisme dat over de bodem kroop. (Sommige theorieën stellen dat het de larve van een aan anemonen verwante organisme was,maar dat is uiteraard zeer speculatief!). Een beest dat steeds in dezelfde richting over de bodem kruipt heeft een voorkant en een achterkant, een boven en een onderkant en dus ook... een linker en een rechterkant: de “geboorte” van een bilateraal organisme, waar je maar één spiegelvlak kunt door trekken. Alle andere dieren zijn uit dit eerste bilateraal organisme geëvolueerd, de zgn.Bilateria. Er ontstond ook een derde weefsellaag (aanvankelijk wellicht enkel als steunweefsel) tussen de epidermis en de gastrodermis. Bovendien, vermits de voorkant steeds het eerst met de nieuwe omgeving in aanraking komt, zitten daar de meeste zintuigen, gaat het zenuwweefsel zich daar concentreren en ontstaan de hersenen, in tegenstelling met de toestand in radiair symmetrische dieren, waar het zenuwstelsel gelijkmatig over het lichaam verspreid ligt. Vermits de zoogdieren ook Bilateria zijn, liggen al onze parige organen (nieren, longen,...) symmetrisch en onpare organen in het midden, ten minste tijdens de eerste stadia van de embryonale ontwikkeling. In de latere stadia kunnen wat verschuivingen optreden. Zo ligt ons hart iets meer naar links en onze lever iets meer naar rechts, maar dat doet niets af van het principe.

EndFragment

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

Prof. Dr. Schockaert Ernest

Biologie/Dierkunde

Universiteit Hasselt
Agoralaan Universitaire Campus-gebouw D BE-3590 Diepenbeek
http://www.uhasselt.be/

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be