Of kan een maan ook rond een planetoide of een dwerplaneet draaien? Wat is het verschil tussen een maan, planeet, dwergplaneet, planetoide, meteoroide?
Het woord 'maan' reserveren we vandaag meestal voor 'onze' Maan. In het algemeen spreken we van satellieten. Dat zijn dan objecten die niet rechtstreeks rond de Zon draaien, maar een baan beschrijven rond een ander lichaam dat wel rond de Zon beweegt. Dat ander lichaam kan een planeet zijn, maar ook een dwergplaneet of een planetoide.
De definitie van een planeet is nu als volgt. Het is een lichaam dat
- rond de Zon draait (merkwaardig, en eigenlijk een beetje gek: rond andere sterren zijn het dus exoplaneten eerder dan planeten);
- voldoende massa heeft om als gevolg van de aantrekkingskracht op zichzelf 'ongeveer rond' te zijn;
- geen andere objecten tolereert die rond de Zon bewegen in een baan op ongeveer dezelfde afstand van de Zon. Met andere woorden, eventuele dergelijke objecten werden alle opgeveegd door de planeet.
Een dwergplaneet voldoet aan de eerste twee criteria, maar niet aan het derde. Er zijn er drie gekend: Ceres in de gordel van 'kleine planeten' tussen Mars en Jupiter, en Pluto en Metamake in de gordel van kleine planeten voorbij Neptunus.
Planetoiden of 'kleine planeten' zijn objecten van die gordels of nog andere die ook rond de zon draaien, en te klein zijn om 'min of meer rond' te zijn. De symmetrische ronde vorm wordt aangenomen vanaf een straal van ongeveer 500 km: dan is de massa groot genoeg om bergen af te vlakken.
Zes van de acht planeten hebben (natuurlijke) satellieten, maar ook de dwergplaneet Pluto heeft er. En er zijn verschillende kleine planeten gekend met een satelliet, men vermoedt trouwens dat er heel veel in dat geval zijn. Merk ook op dat heel wat satellieten van planeten (en zelfs een van Pluto) groot genoeg zijn om ook 'min of meer rond' te zijn.
Een meteoroide ten slotte is een vrij klein klein planeetje. In de meeste gevallen is het een brokstuk van een vroegere botsing van twee kleine planeten dat op een baan gesukkeld is die het tot bij de Aarde brengt. Het is niet erg waarschijnlijk dat zoiets een satelliet heeft.
En dan hebt u het nog niet gehad over kometen en over andere objecten die verder dan Neptunus bewegen maar niet echt tot een gordel behoren. Voor alles wat zich voorbij Neptunus bevindt, heeft men trouwens nog een andere naam bedacht: trans-neptuniaanse objecten of TNOs. Ook weer een beetje raar: want alle sterren en sterrenstelsels zitten voorbij Neptunus.
Allemaal vrij ingewikkeld dus, en maar gedeeltelijk consistent. Hoger werd reeds aangehaald dat het voorbijgestreefd is om planeten tot ons zonnestelsel te beperken. Ook is volgens de (derde voorwaarde van de) definitie van 'planeet' Jupiter er strikt genomen geen, want juist in de baan van Jupiter zijn een aantal kleine planeetjes ingevangen op een stabiele baan!
Wat meespeelt in dit alles, is de huidige opvatting dat planeten gegroeid zijn uit het samengaan van kleinere brokstukken. In die zin zijn de twee gordels van kleine planeten een onafgewerkt product, ze hebben het nooit tot volwaardige planeet geschopt. Wat ook wel meespeelt, is dat er in de buitenbanen van het zonnestelsel nogal wat redelijk grote objecten zitten, die wel eens 'min of meer rond' zouden kunnen zijn. En ze zijn moeilijk te vinden, zodat we ze wellicht nog niet allemaal kennen. Het is wel onwaarschijnlijk dat we er nog echte grote planeten vinden, zodat een definitie die ons in staat stelt ze allemaal op te sommen gemakkelijker is.
Pluto is dus planeet af. Maar dat maakt hem niet minder interessant. Integendeel, die dwergplaneten en kleine planeten kunnen ons veel leren over het proces van hoe planeten gevormd zijn, en het is vooral dat wat ons interesseert.
Als troost het volgende. Het is van in den beginne al hommeles geweest met de definitie van planeten. Strikt genomen zijn het 'dwaalsterren', heldere objecten die zich merkbaar verplaatsen tussen de sterren. Nu weten we dat geen enkele ster stilstaat, dus 'allemaal planeten'. Goed, laat het ons dan beperken tot objecten die sneller bewegen dan sterren. In de oudheid klasseerde men dan ook de Zon en de Maan als planeten. Toen zij gedeklassseerd (of opgewaardeerd?) waren, kwam Copernicus, en sindsdien is ook de Aarde een planeet geworden. En zeg nu zelf: er beweegt veel aan de hemel, maar niet de Aarde, want daar staan we op.
Conclusie: sluitende definities zijn moeilijk op te stellen zolang we niet alles goed doorhebben, en doen er eigenlijk niet zoveel toe.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.