Ik vraag me af of er op een biologisch bedrijf werkelijk meer 'onkruid' voorkomt als op een gewoon gangbaar landbouwbedrijf. Ik maak hier mijn eindwerk over, wil regelmatig eens op het veld gaan kijken, en ik vraag me dus ook af of er hier ooit al studies over gedaan zijn?
Beste Linde,
Ik zie niet in waarom op een biologische bedrijf meer onkruid zou moeten voorkomen dan op een gangbaar bedrijf. Onkruid in een cultuurgewas is altijd een hinderpaal, omdat het concurreert met het gewas voor water, voeding en licht. Ik kan me wel indenken dat bij bepaalde gewassen in de biologische teelt de onkruidbestrijding minder gemakkelijk is, vb bij maïs. In dit gewas kunnen nog onkruiden groeien, nadat de maïs al tamelijk hoog staat. Op dat moment kan men niet meer met machines in de velden rijden om bijvoorbeeld mechanische onkruidbestrijding te doen. In de gangbare landbouw is dit gemakkelijker, omdat men daar bestrijdingsmiddelen kan gebruiken die de kieming van onkruid beletten. Dus als er meer onkruid zou voorkomen in de biologische, heeft dit te maken met het feit dat mechanische bestrijding moeilijk is uit te voeren (of dat de boer minder zorgvuldig werkt). In vele teelten is deze mechanische bestrijding geen probleem, zoals in de fruitteelt.
Jouw vraag ging ook over biodiversiteit. In de biologische landbouw is vastgesteld dat het bodemleven er meer divers en intens is dan in een klassieke landbouw, dus er is meer bodembiodiversiteit. Of dat in de velden zelf ook het geval is voor de bovengrondse biodiversiteit is minder duidelijk. Ook in de gangbare landbouw wordt vandaag meer naar (bovengrondse) biodiversiteit gekeken. Zo is er een tendens (die ook door de Vlaamse overheid gesteund wordt) om perceelsranden in te zaaien met mengsels van grassen, bloemen, kruiden. Hierdoor vermindert de uitspoeling van meststoffen in het oppervlaktewater en neemt de soortendiversiteit van de fauna toe, met ook voor de landbouw nuttige diertjes. Maar helaas bestaan hierover weinig goede studies.
Ik hoop dat hiermee jouw vraag enigzins beantwoord is.
Met vriendelijke groet,
Wannes Keulemans
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.