Dat hangt van het soortelijk gewicht van de kaka af. Als dat meer is dan water, dan zinkt die, als dat minder is dan water dan zal die drijven. Er is nog een derde mogelijkheid trouwens: als het evenveel is dan zal die zweven, zoals een duikboot, niet stijgen of zinken.
Nu gaan we een experiment doen (liefst in gedachte):
Neem een maatbeker (en handschoenen en een knijper op je neus) en vul die met wc-water (gewoon water dus) tot aan het streepje van 1 liter. Zet nu je potje op de weegschaal en meet het gewicht (zonder het potje zelf). Het water zal juist 1000 gram of 1 kilogram wegen. Het soortelijk gewicht van water is namelijk 1 kilogram/liter.
Nu gaan we ons potje met kaka vullen, terug tot aan het 1 liter-streepje en opnieuw wegen. Als het minder is dan 1 kg (950g bijvoorbeeld) dan zal de kaka drijven. Hoe lager het gewicht, hoe meer volume van de kaka boven water zal uitsteken. Als het meer is dan 1 kilogram, dan zal hij zinken.
Dit is de wet van Archimedes.
Waarom kaka soms een hoger soortelijk gewicht en soms een lager heeft, kan je beter aan een dokter vragen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
schepen; boten; alles wat drijft; aquacultuur; drijvende windmolens; schip; drijven