Wat was de doorbraak van programmeren?

Antwoord

Hallo Eefiene,

Dat is een goede en moeilijke vraag!

Ik weet niet of het nog op tijd is voor je spreekbeurt maar ik ga toch proberen om je wat meer informatie te geven.

Bij programmeren denk je waarschijnlijk aan programma's maar computers om dingen uit te rekenen zijn al veel ouder. Een zekere Blaise Pascal vond al een soort computer (wel, rekenmachine) uit in 1642. Die kon wel alleen maar optellen. Hier vind je meer informatie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pascaline.

Programmeren zoals we dat nu kennen, een programma schrijven in een programmeertaal, gebeurde pas veel later toen we computers hadden die meer konden dan alleen maar optellen. Na wat tussenstappen werd het programmeren via "ponskaarten" populair. Dat is een papieren kaart met gaatjes. Afhankelijk van waar het gaatje is doet de computer iets. Je programma is dan een aantal gaatjes in een kaart! Dat werkt niet zo gemakkelijk maar het was een tijdje dé manier om computers te programmeren, tot ongeveer 1985. Kijk hier maar eens: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ponskaart.

Daarna kwamen er echte programmeertalen die het veel gemakkelijker maakten om programma's te schrijven. Er zijn heel veel programmeertalen gemaakt. Kijk maar eens naar deze afbeelding: een hele lange lijst die begint in 1954 en stopt in 2001 (maar er komen er nog steeds nieuwe bij). Er zijn nóg oudere talen maar die werden niet veel gebruikt. De eerste taal in die lijst, links bovenaan, is FORTRAN. Die werd héél populair, al waren er toen veel minder computers. Die taal werd vooral gebruikt voor wetenschappelijke en wiskundige berekeningen. In de film 'Hidden Figures' kan je zien hoe Dorothy Vaughan een grote IBM 7090 computer programmeert, in FORTRAN, om vluchtroutes van de eerste Amerikaanse ruimtevluchten te berekenen. Dat gebeurde voordien met de hand, maar door die computers konden ze die berekeningen nauwkeuriger maken.

Een andere programmeertaal die heel populair werd was BASIC, helemaal onderaan de tekening, uitgevonden 1964. De bedoeling van BASIC was om programmeren eenvoudig te maken en niet alleen om wiskundige problemen op te lossen. Het werd heel populair vanaf 1975 toen mini-computers populair werden en meer mensen een computer konden kopen. Bill Gates, die later Microsoft oprichtte, maakte 1 van de meest gebruikte BASIC compilers (die een BASIC programma omzet in computercode), en werd zo populair. BASIC kon je gebruiken om spelletjes (video games) te programmeren en werd zo heel populair.

Een beetje na BASIC werd de taal Pascal uitgevonden, vernoemd naar de Blaise Pascal van de rekenmachine waar we mee begonnen. Het was nog iets gemakkelijker om te programmeren dan BASIC. De talen Lisp (die vooral gemaakt werd in onderzoek naar echte artificiële intelligentie) en Smalltalk (die werkte op een computer met een volledig grafisch scherm, zoals we nu hebben, en niet met een scherm dat alleen karakters kon tonen) lieten ook toe om heel nieuwe soorten problemen op te lossen.

Zoals je kan zien zijn er echter nog heel veel andere programmeertalen. Vandaag is de programmeertaal Python bijvoorbeeld heel populair. 

Je vroeg wanneer de grote doorbraak kwam van programmeren en dat is dus een moeilijke vraag omdat het doorheen heel de tijd gegroeid is, samen met de computers die je kan programmeren. Op vroege computers was 1 ponskaart genoeg voor je hele programma dat werkte op 1 machine. Nu hebben programma's miljoenen lijnen code die kunnen werken op vele verschillende soorten computers. Als ik er 1 moet kiezen zou ik BASIC of Pascal nemen, net omdat ze programmeren heel populair maakten, en de eerste video games mogelijk maakten.