Hoe is een vin veranderd in een hand?

Antwoord

Dag Elina,

Dat is een heel interessante vraag maar het antwoord zou heel lang moeten zijn en heeft iets weg van een detectiveverhaal. Biologen hebben zich lang dezelfde vraag gesteld maar ze hadden wel al fossiele, zeg maar versteende, vissen gevonden met vinnen waar al een structuur in zat met beentjes. Ze noemden die de lobvinnige vissen omdat de vinnen er als een lob uitzagen. Helaas waren die vissen uitgestorven... dacht men. Tot mevrouw Latimer, een visspecialiste uit Zuid-Afrika, op een vismarkt daar een rare vis vond die er uitzag als een lobvinnige vis. En ja hoor, het was er een. Die vis die de naam Latimeria chalumnae kreeg (betekent: de vis van mevrouw Latimer uit de diepten) was een prachtig voorbeeld van een lobvinnige vis. In een ver verleden leefden er heel veel verschillende soorten van die vissen, sommige ook heel dicht bij de kust. En dankzij die lobvinnen, twee borstvinnen en twee buikvinnen, konden ze zich ook al een beetje op het strand hijsen en daar lekkers vinden waaraan niemand anders toch iets had want er waren geen landdieren met inwendig skelet. Probleem was wel ademen, want met kieuwen zoals bijna alle vissen, overleef je niet lang op het land. Toen ontstonden na een lange evolutie de amfibieën. Die hadden hun lobben omgevormd tot pootjes: de borstvinnen werden voorpoten en de buikvinnen achterpoten. En als volwassene hadden ze longen waarmee ze op het land konden overleven. Hou maar eens kikkervisjes, dan zie je het zo gebeuren: van het water naar het land met al de nodige spectaculaire veranderingen! Maar die pootjes zijn natuurlijk nog geen handen en voeten, maar in de loop van de evolutie ontstonden dieren waarbij de voorpoten handen werden en de achterpoten voeten. Maar dat is een héél lang verhaal.

Beste groeten,

Rudy