Welke methode werd er gebruikt in de Vlaamse katholieke scholen tijdens de jaren 60 om te leren lezen (en schrijven)?

Daniel, 64 jaar
9 april 2025

Antwoord

Er is nooit één standaardmethode gebruikt om het lezen aan te leren. We kennen in België een grondwettelijke vrijheid van onderwijs, die maakt dat elke schooluitgeverij, elk onderwijsnet, elke onderwijscongregatie en soms zelfs onderwijsinspecteurs wel hun eigen methode op de markt brachten. Bovendien werd er voluit ook geïmporteerd uit Nederland (voor Nederlanstalig België) en uit Frankrijk (voor Franstalig leesonderwijs). Echte tellingen zijn er niet geweest, maar aan de hand van archiefmateriaal (bewaarde leesboekjes, artikels over leesonderwijs in Vlaamse tijdschriften voor leraren, inspectierapporten) kan wel achterhaald worden welke methoden in welke scholen werden gebruikt. 

Weet ook dat schrijven en lezen heel verschillende vaardigheden zijn, en dat dat dus ook andere methoden waren.

Voor leesonderwijs in katholieke scholen was vanaf 1958 'Zo Leren Lezen' erg populair, van uitgeverij Zwijsen in Tilburg, ontwikkeld door frater Caesarius (Martinus Mommers). Vanaf 1963 veranderde de titel in 'Veilig Leren Lezen'. Het was een normaalwoordenmethode, waarbij eerst een goed dozijn eenlettergrepige woorden werd ingeprent (boom-roos-vis, later maan-roos-vis) waarop dan betekenisvolle variaties werden ontwikkeld. Die methode domineerde heel sterk, los van het onderwijsnet. Maar zelfs dan was er nog veel variatie te vinden. Coenen en Van Gestel brachten in 1951 een katholieke 'Nieuwe Wereld'-leesmethode uit: Maan-Zaag-Fien. In diezelfde periode ontstond ook het Vlaamse Jan-Pet-Pop-Vis van L.F. Dries. Vanaf de jaren 1960 kwam er ook radicale vernieuwing, weg van woordbeelden die lui lezen in de hand konden werken, of vol vreemde, exotische woorden als 'does' en 'teun'. 'Leessprong' bijvoorbeeld gaat veel sneller aparte letters 'losmaken'. 'Letterstad' van Koreman gaat zelfs de eerste maanden heel veel aandacht bieden aan technisch lezen, zonder woordgehelen maar met hakken-en-plakken, en nam begin jaren 1970 vrij snel de tweede plaats in, net achter 'Veilig Leren Lezen'.

Voor schrijfonderwijs in katholieke scholen waren er minstens evenveel methoden in gebruik. Ik Pen/Pennenstreken van Zwijsen, Handschrift van uitgeverij Malmberg, Sierlijk en Vlot van Wolters-Plantyn, Pennentrek van De Boeck en D'haese van uitgeverij Van In. Die laatste heeft de reputatie katholiek te zijn, maar dat is allemaal relatief - ze werd ook buiten het katholieke onderwijsnet gebruikt, en niet alle katholieke scholen gebruikten haar. Toch is er een mythe dat je oud-leerlingen van het Vlaamse katholieke schrijfonderwijs zou herkennen aan hun D'haese-geschrift: de hoofdletters lijken op vergrote versies van de schrijfletters (een grote ronde a, een glijbaan-s), niet op versies van de drukletters (een wigwam-A, een kronkelende S). Dat is, voor alle duidelijkheid, niet waar!

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be