Hoe komt het dat gezonde bomen beter beschermd zijn tegen bacteriën en schimmels dan ongezonde bomen?
Bomen hebben verschillende manieren om zich te beschermen tegen aantastingen van eender welke aard. Een aantal van die manieren van bescherming zijn passief. Die gebeuren zonder dat de boom daar moeite moet voor doen. Andere systemen zijn actief, daar moet de boom zelf energie in investeren.
Het verschil tussen het natte spint- en het drogere kernhout is daarbij heel erg belangrijk. Kernhout is beschermd doordat de boom, bij het vormen van het kernhout, stoffen als looizuur afzet in het hout, waardoor kernhout minder snel kan rotten. Denk daarbij gerust aan eik waarvan het spinthout minder duurzaam is dan het kernhout. Bij levende bomen spelen nog andere zaken mee.
Spinthout is nat. En heel veel houtafbrekende schimmels houden niet van een hoge vochtigheid waardoor die het spinthout niet kunnen aantasten. Maar in het spinthout leven ook endofyte schimmels. Bij taxus zijn er bijvoorbeeld een 150-tal soorten van dergelijke schimmels geïdentificeerd, waarvan ongeveer 10% taxol aanmaakt. Die stof is het beste bekend als anti-kankermedicijn omdat die stof de celdeling remt. Het lijkt er dus op dat een aantal van de schimmels die in de boom leeft, in staat is om andere schimmels (en bacteriën) actief af te weren.
Maar behalve die systemen kan de boom in het spinthout aantasting afgrendelen. Kernhout kan niet actief afgrendelen. Wanneer een boom beschadigd wordt, dan kan de boom die aantasting inkapselen door het vormen van een reactiezone. Die reactiezone is letterlijk een reactie in hout dat niet gevormd is om aantasting tegen te houden. Door het vormen van die reactiezone wordt de verspreiding van aantasting tegengegaan. Alleen werkt dat niet 100% perfect en kunnen aantastingen die afgrendeling doorbreken. Maar de boom maakt nog een tweede afgrendelingszone: de barrièrezone. Die wordt gevormd door het cambium op het moment van de beschadiging. Met die barrièrrezone wordt het hout dat aanwezig is op het moment van de beschadiging of aantasting afgegrendeld van het hout dat achteraf gevormd wordt. Er wordt een laag gevormd van 30 tot 50 cellagen dik dat voornamelijk uit parenchym bestaat en dat erg rijk is aan zetmeel. Er kan zelfs, afhankelijk van de boomsoort, meer of minder suberine opgeslagen worden in de celwand. Het opbouwen van die barrièrezone vraagt dus erg veel energie.
Bomen die verzwakt zijn, hebben minder reserves ter beschikking om te investeren in een actieve afgrendeling. Verzwakte bomen zijn dus niet of veel minder goed in staat om een sterke afgrendeling te vormen en zijn dus minder goed in staat om aantasting, van welke aard ook, af te weren. Verzwakte bomen moeten het dus veel meer van hun passieve afweer hebben, die minder efficiënt is.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.