Hetgeen er dan telkens gebeurt, is dat uiteindelijk een grotere ster gevormd wordt, en dat in de samensmelting een fractie van de massa van beide sterren het systeem verlaat. Maar zowel het proces van samensmelting als het eindproduct hangen af van de omstandigheden, zoals de massa's van beide sterren en het evolutiestadium waarin ze zich bevinden.
Het fenomeen is zeldzaam, en dus weinig gedocumenteerd. In twee gevallen waar het vrij duidelijk was dat het om een samensmelting ging, en telkens was er sprake van een sterke oplichting toen het gebeurde. Een geval is een 'nieuwe ster' die in 1670 werd waargenomen en waar we nu een uitdijende nevel zien; een andere is een 'nieuwe ster' in 2009, op de plaats waar voorheen een nauw dubbelsysteem was gekend en waar nu maar een ster meer is.
De uiteindelijke ster krijgt dus meer massa, en dat betekent dat ze helderder is dan voorheen. Maar dus ook dat ze haar eigen massa die haar energiebron is, vanaf dan sneller opgebruikt. In sterrenhopen - sterren die samen geboren zijn - herkennen we dergelijke samengesmolten sterren als sterren die te helder zijn voor de ouderdom van de sterrenhoop.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.