Ik heb een grootzegel van rode was in mijn bezit dat vermoedelijk aan een oorkonde was bevestigd. De tekst aan voor- en achterzijde zijn door mij niet te ontcijferen (Latijn?). Ik zou graag meer over dit zegel willen weten, zoals: wat staat er in de tekst, wie heeft dit zegel gebruikt (persoon/stad/land?) en in welke tijd werd deze gebruikt?
Het formaat, het materiaal en het materiaal van het lintrestje zouden kunnen helpen bij de identificatie van dit grootzegel. Net als een scherpere foto, zeker voor de letters in de rand te ontcijferen. Het was wellicht als een authentificatie (een soort handtekening) verbonden aan een officieel document.
Op de zijde met de ruiter en de zes gekroonde wapenschilden staat er tekst, CARO V [onleesbaar] ARCHDVC AVST DVC BVRG DVC LOTH BRAB MA S IM. Die eerste tekst kan je vertalen als 'Karel, aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië, hertog van Lotharingen en Brabant, de afdruk van zijn grootzegel'.
Op het tegenzegel, met een wapen waarin twee staande leeuwen een gekroond schild ondersteunen met daarop een tweekoppige adelaar en een viervoudig schild, staat ook tekst: CAROLV D G ROM IMP HISP [onleesbaar] SIC ARCH AVST DVC BVRG [onleesbaar] BRAB. Dat kan je vertalen als 'Karel, bij de gratie van God Keizer van het Roomse Rijk, [koning van] Spanje, aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië'.
Wapenschilden en tekst lijken dus op het eerste zicht te wijzen op Karel V in de periode 1519-1521, maar ik vond geen gelijkaardige grootzegels van hem terug, enkel eentje waarvan de voorzijde er wat op lijkt (in het boek van Olivier de Wrée, hieronder). Ook zijn andere symbolen die met Karel V geassocieerd worden, zoals vuurijzers en een ketting van het Gulden Vlies, opmerkelijk afwezig. Heel zeker is het dus nog niet te determineren...
Yves Metman, Le grand sceau de majesté de Charles Quint, 1995 [http://www.sfhs-rfhs.fr/wp-content/PDF/metman/charlesquint.pdf]
Olivarius Vredius, Sigilla Comitvm Flandriae et inscriptiones diplomatvm ab iis editorvm, Brugge: Ioannem Baptistam Kerckhovvivm, 1639, p. 161.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.