Wat is nu het verschil tussen een soort, ras en variëteit? (Het is me steeds niet helemaal duidelijk als men het heeft over planten -en dierenrassen, planten- en diersoorten etc., wanneer welke term te gebruiken).
De taxonomie is de wetenschappelijke subdiscipline binnen de biologie die zich bezighoudt met het beschrijven, benoemen en indelen van alle organismen in een hiërarchisch systeem van categorieën of “taxa” (enkelvoud taxon). Een veelgebruikte definitie voor de taxon soort (species) is dat het bestaat uit alle individuen die zich onder natuurlijke omstandigheden, dus zonder menselijk ingrijpen, onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen. Dit noemt men de “natuurlijke voortplantingseenheid”.
Bij planten kan een soort taxonomisch verder onderverdeeld worden in ondersoorten (subspecies) en een ondersoort in variëteiten. Dit zijn onderverdelingen die in natuurlijke omstandigheden tot stand kunnen komen. Bijvoorbeeld wanneer populaties van een bepaalde soort geografisch geïsoleerd zijn van de rest van de soort en ondermeer daardoor verschillen met elkaar vertonen. De categorie variëteit gaat meestal om bepaalde, eerder subtiele, variaties binnen de populaties van een soort.
In geval van een gecultiveerde, een door de mens geselecteerde of veredelde plant, gebruikt men doorgaans niet de term variëteit, maar wel een cultivar of ras. Ras en cultivar betekenen hetzelfde maar de term cultivar wordt internationaal gehanteerd, in tegenstelling tot de term ras. Het woord cultivar is afkomstig van het Engelse cultivated variety. Een cultivar is dus een plant of groep van planten die op grond van een bepaalde eigenschap of eigenschappen geselecteerd is en vermeerderd kan worden.
Het belangrijkste verschil tussen ras/variëteit/cultivar (die drie termen benoemen dus eigenlijk hetzelfde) en soort is dus dat een soort een bredere classificatie is die verwijst naar een natuurlijke voortplantingseenheid, terwijl een ras of variëteit een subgroep is binnen een soort die specifieke kenmerken en genetische afkomst deelt.
Voor dieren wordt de taxonomische eenheid onder het niveau van de ondersoort (variëteit dus) meestal niet gebruikt, behalve in het geval van gekweekte rassen. Dus bij gedomesticeerde dieren spreekt men van een ras (= variëteit) als het dier bepaalde kenmerken vertoont van dat ras (morfologisch, genetisch) en een afstammingsbewijs (stamboom) heeft.
Over het gebruik van de term “ras” bij de mens bestaat er in de biologie momenteel een consensus om dat niet te gebruiken, vanwege het spook van racisme. Biologen gebruiken in het algemeen liever de term “populatie”. Een soort is dan een verzameling populaties die kunnen verschillen in geografische verspreiding en genetische afkomst.
Dank U wel Professor, voor de snelle reactie en glasheldere uiteenzetting. Ik heb het aandachtig gelezen en nu ook voor altijd onthouden. Mvg Michel
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.