Dag Lou,
Boeddhistische monniken spreken meestal hun eigen moedertaal (die uiteraard sterk kan variëren) maar kennen doorgaans ook Sanskriet (voor de oudste teksten) en Pali (voor de gebeden en gezangen, een Prakriet-taal).
In Sanskriet kan je 'vaarwel' vertalen als 'svasti' (स्वस्ति), in Päli klinkt het als 'sotthi' of 'subhaṃ bhavatu'. Dat klinkt telkens plechtig. Maar je kan dus evengoed een 'salut', een 'farewell' of een 'sayonara' verwachten, afhankelijk van de moedertaal van de spreker, zeker wanneer het wat informeler mag.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.