Heeft dit raadsel een eenduidige oplossing of niet?

Kris, 47 jaar
30 maart 2023

De opgave staat in bijlage en komt regelmatig terug op onder andere Facebook. Er is heel wat discussie, maar volgens mij is er geen eenduidige oplossing en is elk getal dat je opgeeft correct. De eerste vergelijking is A + A + A = 30, dus A = 10. De tweede vergelijking is A + B + B = 20, dus B = 5 De derde vergelijking is A + C + C = 9. Dat komt overeen met 5 + 2 + 2 = 9. Dit wil zeggen dat de "dubbele kattenpoot" voor het cijfer 2 staat. In de vierde opgave staat er een "enkele kattenpoot" en de uitkomst is niet gekend. Wiskundig staat er "B + (D * A) = ?" of "5 + (D * 20)=?" D kan bijgevolg voor eender welk getal staan, want de waarde van een "enkele kattenpoot" is niet geweten. De uitkomst kan dus ook eender welk getal zijn. Nu zou je ook kunnen zeggen dat de "dubbele kattenpoot" geïnterpreteerd moet worden als "2 enkele kattenpoten". De derde opgave wordt daardoor B + (C * C) + (C * C) = 9. Uiteindelijk moeten we nog altijd 5 + 2 + 2 hebben en aan C kunnen we geen waarde toekennen waarbij C * C als uitkomst 2 heeft. Volgende opmerking betreffende de "dubbele kattenpoot". Op de tekening is duidelijk te zien dat de "achterste poot maar voor de helft zichtbaar is", dus ik zou dat dan ook kunnen uitschrijven als B + (C * (C/2)) + (C * (C/2)) = 9 En zo kunnen we assumpties blijven maken want die achterste kattenpoot is naast het feit dat ze maar voor de helft zichtbaar is, in proportie ook kleiner. Dat wordt dan bijvoorbeeld B + (C * (C/(C * 0.33))) + (C * (C/(C*0.33))) = 9 Mijn conclusie: het vraagteken kan eender welk getal zijn omdat aan de "enkele kattenpoot" geen concrete waarde kan worden toegekend. Maar is mijn conclusie correct?

Antwoord

Dag Kris

Je moet bij dit soort raadsels inderdaad goed op details letten want gewoonlijk tracht men op een aantal manieren voor verwarring te zorgen, bv. door verschillende bewerkingen (op het einde 'x' i.p.v. '+'), door te rekenen op een verkeerde toepassing van de volgorde van de bewerkingen of door verdwijnende onderdelen van de figuren die voorkomen.  

Ik ben het ermee eens dat er soms ruimte voor interpretatie is, maar het lijkt me hier redelijk om aan te nemen dat de twee kattenpoten als het dubbele van de enkele kattenpoot genomen moet worden en dan is er wel een oplossing. Op een bepaald moment in je redenering vervang je A door 20 (i.p.v. 10), dat lijkt me een vergissing?

Met je rekenwerk vind je inderdaad 10 voor de hele kat (A), 5 voor de kop (B) en 1 "per poot" (C = 2, D = 1). Dat vertaalt de laatste vergelijking naar "5+1x10" en dat is 15 (en niet (5+1)x10=60, hetgeen waarschijnlijk ook een veelgemaakte fout is).

Groeten

Tom

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2023
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door EOS vzw