In bijlage vindt u een artikel over de ontwikkeling van monumentenbescherming in België, waarin ook wordt aangegeven waarom die tijdens de Tweede Wereldoorlog zo'n vlucht vooruit nam. Net vóór de Duitse inval stemde het Belgische parlement een overdracht van bevoegdheden naar de hoge ambtenaren goed, die tijdens de oorlogsjaren dus zelfstandig beschermingsbesluiten konden uitvaardigen zonder politieke verantwoording door parlement of minister. Het administratieve hoofd van het ministerie van onderwijs, secretaris-generaal Marcel Nyns, die ook bevoegd was voor monumentenzorg, keurde tijdens de oorlog 89 beschermingsbesluiten goed, voor in totaal 304 beschermde monumentale objecten (naast gebouwen ook dorpszichten en bomen). De Duitse bezetter had dat kunnen tegenhouden, maar wilde wellicht op cultureel vlak vooruitstrevend lijken, en liet daarom begaan. En misschien zat er ook een vorm van verborgen verzet onder: het ging vaak om erg hoge objecten, o.a. erg veel windmolens en kerkgebouwen, vaak in de buurt van vliegvelden...
En hier vindt u de beschermingsgeschiedenis van de Sint-Austachiuskerk in Zichem terug: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/42745
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.