Ze dateren van 24 augustus 394, toen een priester Nesmeter-Akhem of Esmet-Akhom een inscriptie achterliet in de tempel van Philae in Zuid-Egypte. Op die inscriptie (Philae 346) staat een afbeelding van de godheid Mandulis en de boodschap dat de auteur hoopt dat de inscriptie 'voor eeuwig en altijd zal bestaan', zowel in hiëroglyfisch als in demotisch schrift. Omdat het net buiten de grenzen van het (dan al Christelijke) Romeinse rijk lag, en ook ver van het ondertussen vergriekste centrum van Egypte, kon er nog een stukje oude Egyptische cultuur en godsdienst overleven - niet lang, overigens, want zo'n 40 jaar later werd de tempel toch gesloten.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.