Heeft de vorm van een schelp invloed op hoe ver ze op het strand aanspoelt?

Annebel, 16 jaar
16 maart 2022

Voor mijn pws heb ik het over factoren die invloed hebben op hoe ver schelpen aanspoelen. Voor de deelvragen leek het mij handig om ook in te gaan op het model van de schelp. Heeft deze invloed? Is het zo als hij spitser is dat de schelp verder aanspoelt?

Antwoord

Dag Annebel. Interessant thema heb je gekozen. Het klopt dat het model van de schelp een invloed heeft op het aanspoelen en verplaatsen. Eens het schelpdier is gestorven en vrij van vlees, komen beide schelphelften snel los van elkaar en gaan ze elk hun eigen weg. Daarbij bepaalt de vorm van de schelp hoe gemakkelijk die door golfwerking en stroming wordt verplaatst. Of concreet het 'spits zijn van de schelp' die 'verder doet aanspoelen' kan ik niet beantwoorden, maar dat de algehele vorm, de aanwezigheid van uitsteeksels, de grootte, etc. het reisgedrag van de lege schelp bepalen, staat vast. Zelfs de subtiele vormverschillen tussen de linker- en rechterschelphelft van hetzelfde dier leiden ertoe dat die zich anders verplaatsen en elders aanspoelen. Er is hierover wel wat gepubliceerd (check maar eens: "Angseesing sorting shells" of "Cadée Eolian Transport").

Zelf hebben we vanuit het VLIZ ter gelegenheid van de Grote Schelpenteldag in 2020 gecheckt of we - zoals je zou verwachten - evenveel linker- als rechterschelphelften van enkele algemene schelpen vinden op Belgische stranden. En wat bleek. Waar je intuïtief een verhouding van 50%-50% zou verwachten, toont dit unieke burgerwetenschapsproject een deels afwijkend beeld. In globaliteit valt vooral de scheefgetrokken verhouding tussen linker- en rechterschelpen op bij de Halfgeknotte strandschelp (71% L, 29% R). De lichtjes afwijkende vorm van beide schelphelften zorgt dus daadwerkelijk voor een ander aanspoelpatroon. Bij een vergelijking van verschillende telposten en kustgemeenten springt deze sortering nog meer in het oog. Ten westen van Westende telden de vrijwilligers bij deze soort gemiddeld 84% linkerschelphelften (75-91%), ten oosten van Middelkerke slechts 66% (45-67%). Deze lokale verschillen sluiten aan bij eerdere wetenschappelijke bevindingen, die experimenteel dit verschillend gedrag van schelphelften op een strand hebben aangetoond. Waarom het ‘breekpunt’ net ten oosten van de IJzermonding valt is minder duidelijk. Mogelijk kan de andere ontstaansgeschiedenis ten westen en oosten hiervan, deze sortering van grotendeels fossiele schelpen verklaren.

Jan Seys

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

Dr. Jan Seys

mariene en estuariene wetenschappen

Vlaams Instituut voor de Zee
Wandelaarkaai 7 8400 Oostende
http://www.vliz.be

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be