In het Frans zegt men net het omgekeerde 'messieurs-dames'. In het Engels en het Duits zegt men het zelfde maar dan omgekeerd, natuurlijk.
U zal merken dat in het Nederlands (maar ook in de meeste Europese talen) het mannelijke woord steeds het vrouwelijke voorafgaat. Dit heeft te maken met de structuur van natuurlijke talen. Talen zijn een mentaal gegeven en zijn binair gestructureerd, zoals onze hersenen functioneren, dus in algoritmen van twee eenheden. Een van die elementen is niet gemarkeerd. Het wordt dus gebruikt "by default". Het andere element is gemarkeerd. In communicatie betekent dit dat het laatste betekenis toevoegt aan het niet gemarkeerde, neutrale element. In het Nederlands, zoals in al de ons omringende talen is bij de categorie geslacht (genus), het mannelijk niet gemarkeerd. Het wordt dus ook gebruikt wanneer het specifieke geslacht niet belangrijk is. Vandaar dat iemand, niemand steeds als mannelijk worden gebruikt en dat bij een opsomming de concordantie van bv een adjectief in het mannelijk staat. Als ik zeg "ik heb verscheidene vrienden" dan is het perfect mogelijk dat daar meer vrouwen tussen zitten dan mannen, maar toch gebruik ik het mannelijk. Vrouwelijk daarentegen is gemarkeerd en preciseert het geslacht als exclusief vrouwelijk.
In de volgorde van een taaluiting, een zin of een opsomming, vertrekt de spreker van de grondbetekenis en voegt dan betekenissen toe. Vermits het mannelijk basisiinfo omvat verschijnt het in een opsomming eerst, gevolgd door wat semantisch vervolledigt. Vandaar dat men doorgaans in de opsomming eerst het mannelijk terugvindt: jongens en meisjes, vader en moeder, oom en tante. Dit geldt uiteraard niet alleen voor het geslacht. Het geldt doorgaans voor elke binaire relatie. We zeggen groot en klein, hoog en laag, omdat het eerste de basisterm is van de betreffende dimensie. We zeggen immers ook de grootte, de hoogte, zonder dat grootte noodzakelijkerwijze naar een groot of hoog object verwijst. Dat object kan evenzeer klein en laag zijn.
In alle voorgaande gevallen gaat het om de basisstructuur van de taal en haar communicatieflow. Beweren dat door mannen en vrouwen te zeggen onze taal seksistisch is, is bijgevolg naast de kwestie. Taalstructuren houden zich daarmee niet bezig.
Maar als spreker beschikken we niet alleen over taalcompetentie, we hebben ook een vorm van communicatiecompetentie. We weten dat we in bepaalde omstandigheden bepaalde taaluitingen toepassen. Zo kennen we "dames en heren" als een beleefdheidsformule die we in een specifieke context in die volgorde horen toe te passen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Linguïstiek van de Romaanse talen en het Spaans in het bijzonder