De duplicatie van cellen, of de celdeling, is de meest fundamentele eigenschap van het leven. Zodra er sprake was van leven, hebben de eerste cellen zich gedeeld om nieuwe cellen te maken en dat proces is nooit gestopt. Sommige organismen zijn ééncellig, en dan is de celdeling hun mechanisme van voortplanting. Andere, zoals wij, zijn meercellig. Maar ook in ons lichaam moeten cellen regelmatig delen om versleten cellen te vervangen. En celdelingen van stamcellen zijn nodig om de voortplantingscellen (zaad-, of eicellen) aan te maken.
De celdeling van onze cellen gebeurt in fasen:
- eerst moet hun DNA, onder de vorm van chromosomen, gedupliceerd worden; er wordt dus DNA bijgemaakt zodat elk chromosoom in twee kopies aanwezig is in de cel
- er wordt een spoelfiguur gemaakt uit eiwit, tubuline genaamd, dat fijne vezeltjes vormt in de cel en waaraan de chromosomen vasthechten
- de twee kopies van elk chromosoom worden uit elkaar getrokken door het inkorten van de tubuline vezeltjes en zo scheiden de kopies tot ze aan tegenovergestelde polen binnen de cel zitten
- de cel wordt in het midden ingesnoerd door andere fijne vezeltjes opgebouwd uit het eiwit actine
- de twee dochtercellen zijn gescheiden.
De uiteindelijke bedoeling van de celdeling, of celduplicatie, is dat het DNA zich kopieert en vermenigvuldigt - dit is de wetenschappelijke-biologische zin van het leven.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.