Hoe zag een Romeins castra eruit?

Antwoord

Castrum is het enkelvoud, castra zijn meerdere militaire kampen.

Ze varieerden sterk in formaat, van grote legionaire kampen die evolueerden tot steden, tot kleinere en tijdelijke kampementen, maar de lay-out was altijd ongeveer gelijk. Je kan maquettes zien in Het Romeins Archeologisch Museum in Oudenburg, het Provinciaal Archeopunt in Velzeke of het Gallo-Romeins Museum in Tongeren, maar ook in het echt in het oude stadscentrum van Boulogne-sur-Mer.

Als locatie werd meestal het hoogste deel van een lichthellende vlakte met bronwater gekozen. Het was telkens een perfecte rechthoek, met twee grote wegen (Via Principalis en Via Praetoria) die elkaar in het midden kruisten, vier toegangspoorten in het midden van de zijden, en minstens vier torens, op de hoeken. Er waren standaardgrondplannen die ook in barakken, poorttorens, voorraadschuren, hoofdkwartier, gerechtsgebouw en tempels voorzagen, telkens geschikt in vaste wijken volgens een dambordpatroon binnen de rechthoek, maar evengoed kon het kamp gevuld zijn met enkel legertenten, zeker bij een tijdelijk zomerkamp. De omheining bestond altijd uit een gracht, een muur en daarbuiten een vrijgemaakt schootsveld. De bouwmaterialen verschilden van kamp tot kamp, niet alleen door de beschikbaarheid ervan, maar ook omdat sommige aarden en houten kampen er enkel voor een kort verblijf waren (uitgedrukt in dagen) en anderen dan in steen werden opgetrokken (voor een heel seizoen, of langer). Dat was trouwens een sterkte van de Romeinse legers: ze konden langer dan enkele dagen op één plaats samenblijven, hetgeen andere legers moeilijker volhielden.