Als je met het vlies de rand van de cel bedoelt dan spreek je eigenlijk over het celmembraan. Afhankelijk van het soort cellen heb je soms een stevigere celwand: bijvoorbeeld bij bacteriën. Laat ons beperken tot het celmembraan, dat bestaat hoofdzakelijk uit fosfolipides. Fosfolipides zijn hele leuke molecules. Ze hebben een perfect wateroplosbaar stuk (een fosfaatgroep per fosfolipide) en een compleet vettig, water-onoplosbaar stuk (twee vetzuren per fosfolipide). Deze 3 componenten worden bijeen gehouden door een vierde molecule die glycerol noemt.
Wat gebeurt er nu als je deze molecules in water brengt?
De wateroplosbare kant zal in water oplossen en de vettige kant zal niet in water oplossen. De vettige kant zoekt dus een andere vettige molecules op en zo vormt er zich een dubbel laagje molecules dat kan gebruikt worden om een cel af te schermen van zijn omgeving. Dat kan je zien in onderstaand figuurtje.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.