Het Ancien Régime eindigde omdat de maatschappij op een bepaald moment zo diepgaand veranderd was dat ze in een nieuwe fase terecht kwam. Doorheen de geschiedenis is de wereld constant in verandering. Meestal gaat dit redelijk geleidelijk, waardoor het voor tijdgenoten bijna niet op te merken valt. De tweede helft van de 18de eeuw brengt echter zo'n diepgaande en relatief snelle veranderingen met zich mee dat zelfs tijdgenoten hun wereld drastisch zagen veranderen. Dit zijn enkele factoren die bij hebben gedragen aan de omwentelingen in de maatschappij:
Ten eerste de Industriële Revolutie. Productie werd op een heel andere schaal verwezenlijkt dankzij machines ontwikkeld op basis van de stoommachine. Sinds 1750 is het voor het eerst in de geschiedenis dat landbouw niet meer de belangrijkste economische activiteit is. Mensen gaan massaal in fabrieken werken. Dit heeft onder andere invloed op de plaatsen waar mensen zich gaan vestigen, voornamelijk geconcentreerd in steden. Dit zorgt voor andere ideeën over transport en openbaar vervoer en voor andere sociale banden. De fabrieksarbeiders vormen het industriële proletariaat, een sociale klasse die hiervoor nog nooit zo duidelijk te onderscheiden was. Deze ontwikkelingen versterken zich allemaal in de 19de eeuw als de industriële productie zich op nog grotere schaal gaat voordoen.
Een tweede zeer belangrijke gebeurtenis die een einde maakt aan het Ancien Régime is de Franse Revolutie (1789). Deze revolutie zal een grote verandering teweeg brengen op politiek, sociaal en juridisch vlak. De macht van de kerk en de adel wordt na eeuwen gebroken. Het idee van de standenmaatschappij wordt afgevoerd. Vanaf dan spreken we over sociale klassen. Ideeën van gelijkheid, vrijheid en volkssoevereiniteit vinden hun ingang. Deze ideeën bestonden al langer, maar werden enkel uitgewisseld door een kleine elite aan denkers die we de Verlichting noemen. Door de Franse Revolutie sijpelen deze ideeën door naar het gewone volk. De oorlog die Frankrijk aangaat met haar buurlanden zorgt er op lange termijn voor dat de staten binnen Europa min of meer hun huidige vorm krijgen.
Een laatste factor die ik hier wil aanhalen is het imperialisme. Dit speelt zich eerder af vanaf het begin van de 19de eeuw. Dit gaat over het feit dat Westerse landen de hele wereld koloniseren en deze verdelen onder elkaar. Vooral Afrika is nog onontgonnen gebied. Het idee dat het Westen superieur is en dus mag heersen over andere gebieden, die zogenaamd geen beschaving hebben, wordt dan geboren. Dit imperialisme is enkel mogelijk door de technologische vooruitgang van de Industriële Revolutie en door de nieuwe staatsvormen die door de Franse Revolutie zijn opgekomen.
Je merkt dat deze elementen allemaal heel sterk aan elkaar hangen. Het Ancien Régime eindigt dus door een combinatie van gebeurtenissen die ervoor zorgen dat de wereld in 1850 er compleet anders uitzag dan in 1750. Je merkt misschien ook dat dit allemaal zeer sterk vanuit Westers oogpunt bekeken wordt. Zo is het vaak met geschiedenis en de opdeling in tijdsperiodes. Deze gelden niet voor alle plaatsen op de wereld.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.