Leuke vraag, Kristien, maar niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Net als tegenwoordig was er ook in de middeleeuwen een grote diversiteit aan liederen. Dat weten we dankzij de handschriften en gedrukte liedbundels die bewaard zijn gebleven. In kerken, kapellen en kloosters werden religieuze liederen gezongen, dikwijls in het Latijn. In de kastelen en de stadspaleizen van rijke burgers werden liederen gezongen over de liefde en belangrijke gebeurtenissen. Ook waren er veel grappige of ontroerende liederen die goed konden worden gezongen bij een feest op straat of tijdens een avondje in de kroeg.
Bij een deel van de bewaarde liederen uit de middeleeuwen is muzieknotatie overgeleverd die door musicologen kan worden overgezet in een modern notenschrift. Soms gaat het daarbij om ingewikkelde, meerstemmige liederen die enkel door een groep geschoolde zangers konden worden uitgevoerd. In andere gevallen is de notatiewijze eenvoudiger, maar daardoor soms ook moeilijk te interpreteren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de liederen die aan het begin van de vijftiende eeuw in Brugge werden genoteerd in het zogenaamde Gruuthusehandschrift. Eén van die liederen is het beroemde Egidiuslied, waarin de dood van de zanger Egidius wordt betreurd.
Net als nu, konden ook in de middeleeuwen veel mensen geen muziek lezen. Veel handschriften en gedrukte bundels bevatten daarom enkel de tekst van de liederen. De melodieën moesten dan via mondelinge overlevering worden aangeleerd. Door te luisteren naar een andere zanger kon je leren hoe het lied moest worden gezongen. Voor nieuwe liederen werd bovendien vaak gebruik gemaakt van de techniek van de contrafactuur: daarbij werd een nieuw lied gemaakt op de wijs van een algemeen bekend lied. Die wijsaanduiding werd dan vaak aan het begin van het lied aangegeven.
Soms zijn liederen overgeleverd zonder muzieknotatie en zonder wijsaanduiding. Door heel goed de vorm van het lied te analyseren – de strofevorm, het rijm en het ritme van de verzen – slagen wetenschappers er soms toch in om een melodie te reconstrueren. Ze vergelijken de vorm dan met liederen waarvan de melodieën wel bewaard zijn en als er een perfecte match is, dan is het lied waarschijnlijk een contrafact, oftewel gemaakt op de melodie van dat andere lied. Voor bijna de helft van de MIddelnederlandse liederen van de mystica Hadewijch zijn op die manier de melodieën gereconstrueerd. Kennelijk liet zij zich inspireren door Franstalige hoofse liefdesliederen die in de dertiende eeuw in de mode waren.
Veel liederen bestonden overigens enkel in het orale circuit. Tekst en melodie werden mondeling overgedragen, van generatie op generatie. In het Antwerps Liedboek uit 1544 staan heel wat liederen onder de noemer ‘een oudt liedeken’. Sommige daarvan werden misschien al tientallen of honderden jaren gezongen vooraleer ze eindelijk aan het papier werden toevertrouwd. Bij dergelijke orale overlevering waren tekst en melodie overigens wel aan verandering onderhevig. Dat blijkt als we versies uit verschillende perioden en verschillende gebieden met elkaar gaan vergelijken.
Wil je meer te weten? Bekijk en beluister dan een paar van de colleges van de MOOC Middelnederlands via deze links:
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Oudere Nederlandse literatuur, met name van de middeleeuwen