Zijn er talen die intrinsiek moeilijker zijn en andere gemakkelijker?

Fred, 40 jaar
7 januari 2018

Ik vraag mij af of je bv. met bepaalde taaltesten kan aantonen als je een bepaalde populatie neemt van 6-jarigen, 12-jarigen, 18-jarigen, 30-jarigen van moedertaalsprekers dat bepaalde groepen hun taal beter beheersen dan andere omdat die talen intrinsiek complexer zijn of makkelijker zijn. Hoe evolueren kinderen in het aanleren van hun moedertaal? Van Chinees is bv. geweten dat vele moedertaalsprekers maar een beperkt aantal tekens van het complete woordenboek kennen. Het is haast onmogelijk om een volledig Chinees woordenboek te kennen. En Esperanto is ontwikkeld om eenvoudig te zijn maar kent maar heel weinig moedertaalsprekers. Fins met zijn vele naamvallen lijkt mij dan ook erg moeilijk. En Nederlands eenvoudiger dan Duits omdat er geen naamvallen in zijn en geen 3 geslachten kent, slechts 2. In het Thais zijn er veel moedertaalsprekers die hun eigen taal niet 100% goed kunnen schrijven omdat het zo moeilijk is. Een Thaise taalkundige wist mij te zeggen dat ze veel liever teksten schreef in het Engels dan het Thais omdat ze Engels gemakkelijker vond dan Thais en dat was potverdorie haar moedertaal. Japans met zijn 3 alfabetten lijkt mij ook moeilijk. Met een Marokkaan heb ik ook al eens gesproken en die wist mij te zeggen dat Arabisch zelfs moeilijk is voor moedertaalsprekers. Latijn in het Belgische onderwijsysteem was toch ook weggelegd voor de "betere" studenten als ik het zo mag benoemen. Je zou bv. een dicteetest kunnen laten afnemen in de verschillende talen van dezelfde moeilijkheidsgraad en kijken hoe een representatieve populatie van moedertaalsprekers van 18 jaar daar op scoren. Ik neem aan dat taalkundigen nog veel meer testen kunnen bedenken om de bekwaamheid van de moedertaalsprekers te onderzoeken. Wat ik hier niet wil zeggen is de moeilijkheidsgraad om een bepaalde 2de taal aan te leren, want dat hangt sterk af van je moedertaal en de verwantschap van de 2de taal met je moedertaal. Ik heb over het aanleren als moedertaal. Ik denk dat je voor bepaalde talen met een pakket van 500 uren zal kunnen volstaan en voor anderen een pakket van 800 uren zal nodig hebben in het onderwijs tot 18 jaar.

Antwoord

Beste Fred,

Er zijn natuurlijk relatief moeilijke en relatief makkelijke talen. Maar laten we het alleen maar over de gesproken taal hebben en niet over de systeem om een taal op te schrijven: het schrift. Dat laatste systeem verschilt van taal tot taal. Maar dat zegt niets over de taal zelf. Om dat duidelijk te maken, moet ik toch eerst wat aandacht schenken aan dat schrift.

Als je het over het Chinees hebt, dan heb je het blijkbaar over het schrift. En dat is natuurlijk moeilijk. Maar dat Chinese schrift zegt niets over het taalsysteem zelf (de woordenschat, de zinsbouw, de klankstructuur ...). Je kunt Chinees 'perfect' in Latijnse lettertekens schrijven, door de klanken overeen te laten komen met de letters a, b, c ... Dan zou het al een stuk makkelijker worden om Chinees te leren schrijven. Een groot nadeel voor de Chinezen zou dan wel zijn dat ze opeens teksten in verschillende Chinese dialecten niet meer met elkaar zouden kunnen uitwisselen, want het Chinese schrift werkt met 'pictogrammen', die dus overal in China hetzelfde betekenen, maar die in de verschillende dialecten anders uitgesproken worden, ja zelfs soms verschillende woorden voorstellen. Je kunt Nederlands ook in Arabisch schrift schrijven en dan wordt dat weer een stuk moeilijker. Dat een Marokkaan zelf zegt dat het Arabisch moeilijk is, heeft met het schrift te maken, niet met de taal zelf. Het Arabische schrift is moeilijk, bijvoorbeeld omdat klinkers niet altijd weergegeven worden. Je moet ze soms zelf 'invullen' (erbij denken) bij het lezen van woorden. Het Kazachs is in de loop van de geschiedenis verschillende keren van schrift veranderd. Dat laat zien dat het schrift zelf niets zegt over de moeiljkheid van de taal zelf. Het Turks wordt vandaag met Latijnse letters geschreven, zoals het Nederlands. Vóór 1928 werd in Turkijke het Arabische schrift gebruikt. Het zijn dus die verschillende schriften, die verschillende systemen om een taal op te schrijven en leesbaar te maken, die verschillende moeilijkheidsgraden hebben, maar dan gaat het niet over de intrinsieke moeilijkheidsgraad van de taal zelf.

We moeten dus het schrift loskoppelen van de taal zelf. Je kunt de schriften wereldwijd met elkaar vergelijken en onderzoeken welk systeem het handigst, het beste leerbaar, het beste leesbaar enzovoort is. En een bepaald schrift is beter geschikt voor de ene taal dan voor de andere taal. Het Latijnse schrift was perfect bruikbaar voor het Latijn, want de letters van het Latijnse alfabet kwamen ongeveer perfect overeen met het aantal klanken van het Latijn. Ongeveer een één-op-éénrelatie. Het Latijnse schrift was voor het Latijn zelf dus een ideaal systeem. De meeste Europese talen hebben door de gigantische invloed van de Romeinse cultuur het Latijnse alfabet overgenomen. Maar het Nederlands bijvoorbeeld heeft een heel andere klankstructuur van het Latijn, waardoor dat Latijnse alfabet niet echt geschikt is voor het Nederlands. Dat verklaart waarom er allerlei kunstgrepen nodig zijn om dat Latijnse alfabet op de Nederlandse taal toe te passen. Zo moeten we letters met elkaar combineren om één aparte klank voor te stellen: oe, eu, ie, ch. Zo hebben we een systeem van open en gesloten lettergrepen bedacht om korte en lange klanken van elkaar te kunnen onderscheiden: beek - beken - bek / raad - raden - rad. We hebben in het Nederlands namelijk ongeveer 15 klinkers. Het Italiaans heeft maar zeven klinkers. En daardoor is het veel makkelijker om het Latijnse alfabet met de letters a, e, i, o, u (en y) - want méér letters bestaan er niet om klinkers weer te geven - op het Italiaans toe te passen. Alleen de e en de o kunnen in het Italiaans elk twee klanken voorstellen. Dat maakt het Italiaans natuurlijk een stuk makkelijker leerbaar dan het Nederlands, toch wat het schrift betreft. Maar het Italiaans is daarom als taal zelf niet makkelijker dan het Nederlands.

Je idee om een dicteetest af te nemen van verschillende moedertaalgebruikers, zou natuurlijk wel resultaten kunnen opleveren met betrekking tot de beheersing van het schrift. Maar dat zegt niets over de taalbeheersing zelf, over de mate waarin een moedertaalgebruiker zijn eigen taal kan spreken en (mondeling) begrijpen.

We kunnen nu naar de taal als systeem zelf kijken, niet naar de spelling. En ook dan kunnen we natuurlijk zeggen dat de ene taal makkelijker of moeilijker is dan de andere (voor de moedertaalspreker zelf). Je noemt de naamvallen en het systeem met drie of twee geslachten. Talen met naamvallen zijn doorgaans moeilijker te leren dan talen zonder naamvallen. Maar daarbij moet je natuurlijk bedenken dat je die problematiek niet door de bril van de vreemdetaalleerder mag bekijken. Je mag het Fins niet bekijken door de bril van de Nederlandstalige, want dan is het Fins natuurlijk moeilijk. Je moet het Fins bekijken door de bril van de Finstalige. Leert een Fin moeilijker zijn eigen taal dan een Vlaming of een Nederlander Nederlands leert? Ik kan op die vraag niet antwoorden, want ik weet het niet. Ik kan het Nederlands wel een beetje met het Duits vergelijken, een taal die ik ook vrij goed beheers. Ik denk dat Duitstalige kinderen even snel Duits leren als Nederlandstalige kinderen Nederlands leren. Die naamvallen, tja, daar zijn kinderen zich bij het leren van hun eigen taal niet van bewust. Kinderen pikken dat vanzelf op zonder het te beseffen, zoals wij zonder het te beseffen zeggen dat "een bord op tafel staat" en "een mes op tafel ligt" en "een vlieg op tafel zit". Voor een Franstalige is dat extreem moeilijk, want in het Frans zeg je "il y a ..." in de drie gevallen. Wij hebben in het Nederlands per werkwoord hooguit zeven verschillende vormen (bv. spreken, spreek, spreekt, sprak, spraken, gesproken, sprekend). Het Duits heeft er nog enkele meer. Het Engels heeft er minder dan vijf. Het Frans en het Italiaans hebben er tientallen (Italiaans: parlo, parli, parla, parliamo, parlate, parlano, parlavo, parlavi, parlava, parlavamo, parlavate, parlavano ...). Al die verschillen maken het ontzettend moeilijk om te bepalen of de ene taal moeilijker is dan de andere, want wat in de ene taal moeilijk is (werkwoordsvervoegingen in de Romaanse talen), is in een andere taal makkelijk (werkwoordsvervoegingen in de Germaanse talen), terwijl de naamvallen het Duits dan weer tot een wat ingewikkelder taal maken dan de Romaanse talen en het Nederlands of het Engels. Maar het Nederlands heeft dan weer enkele kenmerken die het Nederlands ingewikkelder maken dan het Duits, zoals de verkleinwoorden (-je, -tje, -kje, -pje, -etje). Wat in de ene taal moeilijk is, is in de andere taal dan weer makkelijk. Dat maakt vergelijken moeilijk.

Tussen haakjes. Het Nederlands kent net als het Duits drie geslachten, maar in sommige gevallen vallen twee geslachten samen:

de man (mannelijk) - de vrouw (vrouwelijk) - het kind (onzijdig)
de stoel (mannelijk) - de regering (vrouwelijk) - het verhaal (onzijdig)

zijn leuning - haar beslissing - zijn opbouw  [hier vallen mannelijk en onzijdig samen in het woord "zijn"]

de stoel - de regering - het verhaal [hier vallen mannelijk en vrouwelijk samen in het woord "de"]

hij staat in de hoek - ze is gevallen - het is boeiend [hier zijn de drie geslachten nog zichtbaar: hij - ze - het]

Maar het klopt natuurlijk wel dat het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk aan het verdwijnen is. Woorden met het lidwoord de die oorspronkelijk de ene keer vrouwelijk (de deur) en de ander keer mannelijk (de stoel) waren, worden nu allemaal mannelijk. Maar dat geldt natuurlijk niet voor vrouwelijke persoonsaanduidingen of dieraanduidingen: vrouw, koningin, teef, merrie, lerares, leerlinge ...

Met hartelijke groet,

Peter Debrabandere

 

 

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

Docent Peter Debrabandere

Nederlands Specialismen: Nederlands (algemeen), Nederlands in Belgiƫ (Belgisch-Nederlands), Standaardnederlands, taalnormen, taalzorg, taaladvies

Katholieke Hogeschool Vives
Doorniksesteenweg 145 8500 Kortrijk
http://www.vives.be

Zoek andere vragen

© 2008-2023
Ik heb een vraag wordt gecoƶrdineerd door EOS vzw