Waarom is het zo?
Er bestaat een directe correlatie tussen onregelmatigheid in een taal en frequentie. Hoe frequenter een woord of een vorm, des te meer kans er bestaat dat het ook onregelmatig is. Het koppelwerkwoord "zijn" behoort tot de meest gebruikte woorden van een taal, in dit geval onder meer omdat het een werkwoord is met een zeer algemene functie. De morfologische variatie van dergelijke (werk)woorden wordt daarom ook niet onmiddellijk door de spreker ervaren als behorend tot één bepaald "paradigma" (het geheel van vormvarianten van een lexicaal woord). M.a.w. door de hoge frequentie van bv. "is" of "ben" worden deze vormen niet noodzakelijk ervaren als deel uitmakend van het paradigma van "zijn". Analoge fenomenen vinden we ook bij andere grammaticale klassen zoals adjectieven. Denk aan de zeer veel voorkomende morfologische onregelmatigheid van adjectieven zoals "goed". In het Nederlands heeft goed "beter" als comparatief bv. Ook dit is algemeen in vele talen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Linguïstiek van de Romaanse talen en het Spaans in het bijzonder