Het schrijven van mijn masterscriptie wordt begeleid door 3 personen. Ik noem hen mijn scriptiebegeleiders, en in het Engels mijn "supervisors". Persoon 1 is professor (ZAP-lid in Belgiƫ), aldus gedoctoreerd, en is tevens arts. Persoon 2 is geen professor, maar is wel gedoctoreerd, en is tevens arts. Persoon 3 is geen professor, evenmin gedoctoreerd, maar is wel arts. Ik vraag me af hoe ik hun titels kan vermelden, zowel naar Algemeen-Nederlandse richtlijnen als naar Brits-Engelse richtlijnen: * Op het voorblad en op het titelblad * Op het handtekeningenblad * In bv. het dankwoord * In andere doorlopende tekst Waar schrijf ik alles voluit? Waar kort ik af? Hoe noem ik bv. iemand een arts, en dit op het voorblad? Hoe is het gesteld met "MD, PhD" in het Nederlands, en waar kan ik dit evt. gebruiken? Hoe is het gesteld met "prof. dr." (Nederlands) en "Prof. Dr" (Brits-Engels) en waar kan ik dit evt. gebruiken? En hoe zit het met combinaties?
Dag Michael,
In het Nederlands zijn er maar een paar academische graden die beschermd zijn. Ze komen als afkorting vóór de persoonnaam, in kleine letters en gevolgd door een punt:
Met de invoering van de Bachelor-Masterstructuur na Bologna (1999) werden Engelstalige titels gebruikt, maar is er nooit duidelijkheid gekomen over de te hanteren afkortingen.
De combinatie prof.dr. is typisch Vlaams, in Nederland gebruikt men doorgaans enkel de hoogste graad, prof. In Vlaanderen worden de lic. en kand. graden vaker achterwege gelaten dan men in Nederland dat met drs. en bacc. doet.
De titels kan je zowel in opsommingen als in doorlopende tekst gebruiken, als afkortingen.
In jouw voorbeelden, voor een Vlaamse context:
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.