In vacuüm is lichtsnelheid absoluut gelijk, en per medium geldt dan weer een aparte vertraging. Maar waardoor hebben de lichtfrequenties in een prisma door dispersie toch een andere snelheid? Het medium is toch precies hetzelfde? Of moet ik die grotere breking van bijvoorbeeld blauw vs. rood licht zien als een versnelde beweging die te vergelijken is met de 'breking' die een komeet krijgt wanneer die wordt weggeduwd door een grotere planeet?
Dag Loes,
Het antwoord is niet zo eenvoudig, maar ik zal een poging doen om het uit te leggen zonder het al te moeilijk te maken. Ik moet hiervoor wel enkele stappen terug nemen: we moeten ons eerst afvragen waarom bepaalde materialen transparant zijn voor licht. Als we dat begrijpen kunnen we verder ingaan op de oorsprong van dispersie.
In het vacuüm botst het licht niet op andere deeltjes (bvb. atomen) waardoor het ongebreideld zijn weg kan gaan. Dit is echter totaal onmogelijk in vele media: licht kan bijvoorbeeld niet door een metaal propageren omdat het onmiddellijk geabsorbeerd (en gedeeltelijk weerspiegeld) wordt. Deze absorptie is te wijten aan de relatief dichte stapeling van atomen (of molecules die uit meerder atomen bestaan) in een vloeistof of materiaal. Elk atoom is opgebouwd uit een zeer compacte kern met een positieve elektrische lading die omringd wordt door negatief geladen elektronen. Men kan intuïtief aanvaarden dat licht (een elektromagnetische golf) gemakkelijk botst met elektrisch geladen deeltjes en dat licht daarom niet zomaar door een dichte stapeling van atomen kan propageren. Het is eerder verrassend dat bepaalde media wel transparant zijn voor licht. Transparante media zoals glas en water vertonen dus een contra-intuïtief gedrag. Om deze transparantie (en dispersie) te kunnen verklaren, heeft men in principe een kwantummechanische beschrijving van de elektronen in een materiaal of een vloeistof nodig.
Kwantummechanica is een tak van de fysica die toelaat om het gedrag van kleine deeltjes te beschrijven, bvb. elektronen en fotonen (=lichtdeeltjes). Dit lukt helemaal niet met de klassieke wetten van de fysica, zoals bvb. de wetten van Newton en de Maxwellvergelijkingen (wet van Coulomb, wet van Lorentz, ...). Het zou ons echter te ver leiden om de kwantummechanica in dit antwoord volledig uit te leggen. Daarom zal ik de belangrijkste conclusies van de kwantummechanica voor deze vraag samenvatten:
Wanneer een foton geabsorbeerd wordt in een materiaal, dan wordt er een elektron "geëxciteerd": het elektron neemt de energie van het foton op en het foton verdwijnt. Dit betekent dus dat het elektron naar een hoger gelegen band verhuist. (Metalen zijn hierop een uitzondering omdat een elektron binnen dezelfde band een hogere energie kan aannemen.) Indien een foton net een energie heeft die niet door de elektron kan opgenomen worden omwille van de bandenstructuur, dan kan dit foton propageren door het medium. Dit verklaart waarom bepaalde media transparant zijn (voor bepaalde golflengtes van licht). Men kan verder aantonen dat de snelheid waarmee een foton door een medium propageert afhangt van (onder andere) de energie van het foton. Hoe dichter deze energie ligt bij een de energie van een foton dat volledig geabsorbeerd kan worden, hoe sterker het foton vertraagd wordt. Dit fenomeen verklaart dispersie.
Met Vriendelijke Groeten,
Toon Verstraelen
Ondanks uw uitgebreide antwoord toch nog twee vragen: 1)Kunt u kort uiteenzetten hoe die vertraging dan bewerkstelligt wordt. Moet ik dat zien als een magnetische werking van de elektronen waardoor fotonen worden afgeremd? 2)Waardoor wordt de blauwe straal in het prisma juist sterker afgebogen, terwijl eigenlijk alleen een vertraging valt te verwachten nav bovenstaande Klopt het dan dat het blauwe licht tov de rode tweemaal wordt vertraagd voor de ontvanger: enerzijds doordat het een langer weg aflegt in het prisma en anderzijds doordat het vertraagd er doorheen gaat?
1) Ook niet-magnetische media (bv. glas, water) kunnen voor een dergelijke vertraging zorgen. Om algemeen juist te zijn, is het dus de elektromagnetische (niet enkel magnetische) wisselwerking die voor de vertraging zorgt. 2) De term dispersie slaat in principe enkel op de afhankelijkheid van de snelheid van licht (of een ander soort golf) van zijn golflengte of frequentie. De brekingsindex echter is gerelateerd aan de lichtsnelheid in het medium: n=c/v, waarbij n de brekingsindex is, c de lichtsnelheid in vacuüm en v de lichtsnelheid in het medium. Hoe lager de snelheid in het medium, des te hoger de brekingsindex en des te sterker licht afgebogen wordt in een prisma. (n=c/v kan men bewijzen met klassieke golfmodellen.). Voor de laatste vraag: dit hangt af van de vorm van het prisma en de richting van de invallende bundel. Voor het geval afgebeeld op de iconische cover van het Pink Floyd album hebt u inderdaad gelijk.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.