Normaal gezien is lucht een slechte geleider voor elektronen (stroom). Wanneer echter een hele hoge spanning op de lucht wordt aangebracht (dit is voor lucht 30 kV per cm) worden de elektronen losgerukt uit hun atoom en gaan ze versnellen. De atomen blijven achter in ionaire toestand. De elektronen bewegen zich met hoge kinetische energie doorheen de lucht en botsen daarbij op de atomen, waarbij ze nog meer elektronen losrukken, die op hun beurt hetzelfde gaan doen. Zo ontstaat een lawine van elektronen (en in de andere richting van ionen) waarbij één en ander gepaard gaat met lichtstraling en opwarming. Dit geeft een vlam.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.