Onlangs las ik op een forum over waterstofmotoren dat waterstof het kleinste deeltje is van de tabel van Mendeljev. Hierdoor zou het overal door kunnen en zou bv. de opslagtank van je wagen binnen enkele dagen volledig leeg zijn, ook al gebruik je je wagen niet. Klopt het dus dat waterstof niet opgeslagen kan worden in een tank of dergelijke? Mij lijkt dit inderdaad te kloppen, maar ik heb mijn twijfels over het tijdsinterval dat men hier gebruikt, want ik zou eerder maanden of zelfs jaren verwachten ipv enkele dagen.
En moest dit waar zijn, dan heb ik hieromtrent nog een bijkomende vraag. Als men dan een tank voorziet met dubbele wand, waarbij men tussen de 2 wanden een 'grote' stof voorziet die men erin opsluit onder een hogere druk dan dat de waterstof in de binnenste tank zit. Wordt het fenomeen van de waterstof die uit de tank wegvloeit opgelost?
Dank bij voorbaat.
Waterstof "H" is inderdaad het "kleinste" atoom. Het bestaat uit een proton en een electron.
Waterstofgas bestaat echter uit moleculen "H2". Een H2-molecule zijn twee protonen en twee electronen die de chemische binding verzorgen. H2 is effectief "groter" dan H.
Het is moeilijk en misleidend om over atomen en moleculen te spreken volgens onze macroscopische begrippen van afmeting. Hangt in zeer grote mate af van de ladingstoestand en de neiging van het ene atoom om een binding aan te gaan met de andere. Laten we er niettemin een slag in slaan:
H is effectief zoiets als 0.07 nm groot. maar het is heel onstabiel en zal een binding aangaan met ongeveer alles wat het op zijn weg vindt. In deze binding splits H op in H+ en een electron.
H+ (een positief H-ion, dus een proton) meet qua materie zoiets as 0.000001 nm, maar dat is irrelevant omdat het interageert met andere materie via zijn elektrische lading, en is effectief 0.05 tot 0.1 nm groot
H2 is effectief zoiets als 0.1 to 0.15 nm groot
He heliumgas bestaat uit He-atomen. He is effectief ongeveer 0.06 nm groot. Het is dus veel kleiner dan H2 en in vele gevallen kleiner dan H of H+. Daarom is helium veel moeilijker in een vat of ballon te houden dan waterstof.
De interatomaire afstand in de meeste vaste stoffen, gaande van polymeren tot metalen, is in de orde van 0.2 tot 0.4 nm. Men kan zich inbeelden dat er dus openingen tussen de atomen zitten die groot genoeg zijn om een H of He ion of atoom te bevatten of door te laten. Een H2 is al een pak moelijker.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
elektronica beeldopnemers cryogenica metafysische vragen lucht- en ruimtevaart en de meest onmogelijke zaken