Men zegt: 'dames en heren'. Maar men zegt: 'mannen en vrouwen' en 'jongens en meisjes' en ook 'broeders en zusters'.
Van waar het verschil in volgorde of is het gewoon een tijdsverschijnsel?
Het basisprincipe van taalstructuren is binair. Dit betekent dat de structuur van natuurlijke taal steunt op oppositieparen waarbij één als niet gemarkeerd geldt, dus de basisbetekenis draagt en de andere als gemarkeerd, dus betekenis aan het eerste lid van het oppositiepaar toevoegt. Dit geldt b.v. voor het getal (numerus) in een taal: enkelvoud is semantisch niet gemarkeerd, terwijl meervoud gemarkeerd is, m.a.w. enkelvoud is "numerus by default". Bij tijden is de tegenwoordige tijd (praesens) niet gemarkeerd. Hetzelfde principe is toepasbaar op het geslacht (genus). In de voorbeelden die u geeft hebben we te maken met het onderscheid mannelijk vs vrouwelijk (die als taalkundige begrippen verwijzen naar de sexe). Mannelijk is hierbij niet gemarkeerd, vrouwelijk wel. Dit is duidelijk te merken aan de taalvormen: het vrouwelijk krijgt meestal een uitgang bij: baas, bazin, koning, koningin, hertog, hertogin, etc.
Bij een opsomming - zoals in uw voorbeelden - zal de spreker vertrekken van het minst gemarkeerde lid van de semantische oppositie, dus het mannelijk. Men zegt "mannelijk en vrouwelijk", "jongens en meisjes", etc. Op dezelfde manier zegt men "hoog en laag" en niet "laag en hoog", "groot en klein" want hoog/groot zijn niet gemarkeerd. Dit ziet men b.v. in afgeleiden zoals "de hoogte". Hoogte hoeft niet noodzakelijk te verwijzen naar iets hoogs; het object van ook laag zijn: "de hoogte van een heuvel".
Op dit algemeen principe kunnen uitzonderingen voorkomen, soms onder invloed van sociale verschijnselen, zoals respect en beleefdheidsregels. Op die manier dient men ook "dames en heren" te begrijpen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Linguïstiek van de Romaanse talen en het Spaans in het bijzonder