Hoe kan je makkelijk een bijzin vinden in een onderschikking?

Seppe, 14 jaar
5 maart 2013

Ik heb hier nogal problemen mee op school...

Antwoord

Dag Seppe,

Veel leerlingen vinden het moeilijk om bijzinnen te herkennen. Laat ons beginnen met de definitie van een zin. Een zin is een aaneenschakeling van woorden waarin minstens 1 werkwoord zit. Voorbeeld (1) 'Ik ben gisteren niet naar school geweest'.

Een bij-zin is een zin die niet op zichzelf kan staan. Voorbeeld: 'omdat ik ziek was' is een soort van een zin, maar je kunt hier geen punt achter zetten. Daarom zeggen we dat 'omdat ik ziek was' geen volledige zin is, het is een bij-zin. De bijzin begint bij het voegwoord 'omdat' en bevat ook het werkwoord ('was'), onderwerp ('ik'), en alle andere woorden die bij het onderwerp en werkwoord horen (bijv. 'ziek'). Je kunt de bijzin aan een hoofd-zin koppelen om een volledige zin te krijgen. Voorbeeld (2): 'Ik ben gisteren niet naar school geweest omdat ik ziek was.'  We zeggen dan dat 'omdat ik ziek was' de bijzin is en 'ik ben gisteren niet naar school geweest' de hoofdzin. (Je kunt de volgorde gerust omkeren: 'Omdat ik ziek was, ben ik gisteren niet naar school geweest'.)

Let wel: je kunt ook 2 onafhankelijke zinnen aan elkaar koppelen. Voorbeeld (3): 'Ik was gisteren ziek dus ik ben niet naar school geweest'. Dat is geen combinatie van een hoofdzin en een bijzin (zoals in voorbeeld (2)), maar een combinatie van 2 onafhankelijke zinnen. Je kunt na 'Ik was gisteren ziek.' een punt zetten, en ook na 'Ik ben gisteren niet naar school geweest.' kan je een punt zetten. Die twee zinnen worden aan elkaar gekoppeld door 'dus'.

Of je te maken hebt met een combinatie van van een hoofdzin en een bijzin (zoals in voorbeeld (2)) of met een combinatie 2 onafhankelijke zinnen (zoals in voorbeeld (3)), hangt af van het woordje dat de twee zinnen aan elkaar koppelt. Onderschikkende voegwoorden staan altijd in een bijzin (bijvoorbeeld 'omdat' (in voorbeeld (2)), terwijl nevenschikkende voegwoorden altijd tussen 2 onafhankelijke zinnen staan (bijvoorbeeld 'dus' in voorbeeld (3)).

Hopelijk begrijp je het nu beter?

Vele groetjes,
An

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2024
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be