In het kader van mijn stage binnen een dienst die werkt met asielzoekers, vraag ik mij af waarom het voor sommige wereldburgers (met name niet EU-burgers) ongelofelijk moeilijk is om een ander land lees: EU-land) binnen te komen.
De vraag is vanuit sociaalwetenschappelijk perspectief vrij eenvoudig te beantwoorden. (Hoewel het best mogelijk is dat dit geen voldoende antwoord oplevert vanuit ethisch of filosofisch perspectief, lijkt het mij dat deze informatie je ook hier op weg zou kunnen helpen.) Op het moment dat zoiets als 'staten' ontstonden, waren er steeds twee terugkerende kenmerken die samenhangen met de kern van wat een staat is.
Het eerste is dat elke staat een territorium heeft. Een territorium betekent dat elke natie ook een bepaald grondgebied controleert op de een of andere manier (na een tijdje ging dit bijvoorbeeld betekenen dat enkel de overheid geweld mocht gebruiken, en dat mensen die zich in de staat bevinden dat niet mogen; dit noemen we geweldmonopolisering). Territorium is daarom een voorwaarde om van een natiestaat te kunnen spreken.
Het tweede element dat een staat maakt tot wat ze is, zijn de mensen die op een duurzame wijze verbonden zijn met deze staat. Deze mensen noemen we burgers. Burgerschap is zo centraal, dat je in de geschiedenis lange discussies ziet over wie nu wel of niet een burger is of kan zijn, of iedere burger dezelfde rechten heeft, enzovoort. In de meeste landen is er brede overeenstemming dat burgerschap meer is dan toevallig op de een of andere plaats wonen. Uit burgerschap vloeien een aantal rechten en plichten voort, die niet toebedeeld worden aan toevallige passanten zoals toeristen. Stemrecht is er zo een. Maar burgers moeten ook dingen doen. Vaak zijn die rechten en plichten ook in de symbolische sfeer te vinden. Veel burgers voelen zich sterker verbonden met de andere burgers van hun land dan met een willekeurige niet-burger.
Wie een en twee samenbrengt, zal al gauw begrijpen dat staten en de daarmee verbonden groepen die het voor het zeggen hebben, niet willen dat iedereen zich op een duurzame wijze tot een land kan rekenen, bijvoorbeeld door er zich te vestigen. Zeggenschap over een territorium is het eerste wat eender welke politieke elite ter wereld zal nastreven, vooraleer ze iets anders wil. Het moet gezegd dat deze idee dat de staat de toegang van mensen tot haar grondgebied hoort te reguleren en controleren, ook gedeeld wordt door heel veel mensen die niet tot de politieke elite behoren. In zowat elk land waar migratiedruk bestaat, is er ook een hardnekkig debat over de beste manieren om deze migratie te beheersen. De stemmen die pleiten voor een werkelijk volledig vrije vestiging van mensen in een land zijn op een hand te tellen.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.