Waarom zijn sommige hybriden onvruchtbaar en andere niet?

Anne , 17 jaar
4 juni 2012

Ik heb al een aantal dingen gelezen over dit onderwerp, maar ik vond het erg lastig. Ik hoop dat u mij kunt helpen.

Antwoord

Beste Anne,

Ik kan begrijpen dat het niet makkelijk is algemene regels te vinden over vruchtbaarheid in hybriden.

Eerst wil ik het even hebben over het woord 'hybride'. De term kan verschillende zaken aanduiden. In de breedste zin is een hybride een nakomeling uit een kruising. In de plantenveredeling spreken we vaak over een F1-hybride (eerste generatie), F2-hybride etc. Alle organismen ontstaan uit een seksuele voortplanting zijn op deze manier hybriden te noemen. Wanneer op deze manier over hybriden wordt gesproken is er rond vruchtbaarheid meestal geen probleem.

Maar, met het woord hybride worden vaak ook 'minder evidente' kruisingen bedoeld, bv. kruisingen tussen verschillende soorten: interspecifieke hybriden, of verschillende genussen: intergenera hybriden. Deze kunnen wel vruchtbaarheidsproblemen geven. Een voorbeeld is bijvoorbeeld een kruising tussen een paard en een ezel. Paarden hebben 64 chromosomen, ezels 62. Muildieren en muilezels die als hybride uit de kruising kunnen ontstaan hebben 63 chromosomen. Het vormen van geslachtscellen met een oneven aantal chromosomen zorgt voor problemen. Geslachtscellen hebben de helft van het aantal chromosomen van een gewone cel na de meiose (= reductiedeling). Bij planten zijn er vaak meer mogelijkheden om steriliteit te omzeilen. Deze worden in de veredeling vaak gebruikt. Ik heb een figuur toegevoegd die een collega jaren geleden maakte rond fertiliteit in interspecifieke kruisingen. In de praktijk is het voor elke interspecies kruising en resulterende hybride nodig om na te gaan hoe het met de fertiliteit is gesteld en waar eventueel het probleem ligt. Het is onmogelijk om daar algemene regels over te geven. Kruisingsbarrieres bij planten kunnen pre- of postzygotisch optreden. Dat wil zeggen voor of na de bevruchting. Voor de bevruchting kan het bv. gebeuren dat het pollen niet wil kiemen of na de bevruchting is er vaak een probleem met het endosperm (de voeding van het embryo in het zaad), door afsterven van het endosperm gaat het embryo in het zaad dood.

Hybride wordt in de plantenveredeling ook gebruikt in de context van een kruisingsproduct uit ouders die op hun beurt verkregen werden via inteelt. Men maakt dus eerst inteeltlijnen die men onderling gaat kruisen (F1). De bedoeling is hier het verkrijgen van heterosis (= hybride groeikracht) waarbij de F1-nakomelingen kenmerken ontwikkelen die uitstijgen boven het gemiddelde van beide ouders. Over heterosis is makkelijk info te vinden op internet. Dit soort van hybriden verliezen hun hybride groeikracht in de volgende generaties, men verkrijgt dan minderwaardige nakomelingen. Vaak wordt er bij het maken van dit type van hybriden wel gebruik gemaakt van zelfincompatibele moederlijnen waardoor men er zeker van is dat het zaad geoogst op deze moederplanten uit kruisbestuiving ontstond en dus hybride groeikracht bezit. Bepaalde van deze vormen van zelfincompatibiliteit (bv. CMS of cytoplasmatisch mannelijke steriliteit) worden overgedragen naar de nakomelingen wat uiteraard ook een invloed heeft op de fertiliteit.

Ik hoop dat deze uitleg je een beetje op weg kan helpen? Het klinkt allemaal theoretisch, maar is niet alleen zaligmakend, als je even zoekt op Google vind je vast wel sites waar men vertelt dat ook uit muildieren al nakomelingen werden geboren.

groeten,

leen.

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

dr.ir. Leen Leus

Plantenveredeling, plantengenetica, Sierplanten, Tuinbouw

Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Burg. van Gansberghelaan 96 bus 1 9820 Merelbeke
http://www.ilvo.vlaanderen.be

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be