Ik las dit in een oud boekje over schelpen. Er stond echter geen verklaring bij.
toen ik dit gelezen had, lette ik errop en het klopt!
Ik kan zelf wel enkele verklaringen bedenken... Het water zinkt in het zand en zuigt de schelp tegen het strand, het heeft te maken met de golfslag, de platte kant is stabieler, ... maar de echte reden weet ik niet!
Dit heeft inderdaad te maken met hydrodynamica en is dus gekoppeld aan stromingen. Bij het verplaatsen van een schelp door stromingen zal deze passief de hydrodynamisch meest stabiele positie innemen. Deze moet inderdaad met de bolle kant naar boven zijn, want in deze positie wordt de stroming over de bolle kant van de schelp gevoerd, zonder dat hierbij serieuze turbulentie ontstaat.
Je kunt dit vergelijken met aërodynamisch gestroomlijnde auto's. Geen turbulentie betekent verder een grote stabiliteit, wat de positie van de meeste schelpen verklaart. Mocht de schelp toch gedraaid worden (bijvoorbeeld door brekende golven of zeer hoge stroomsnelheden) en zo met de holle kant boven komen te liggen, dan zal heel snel turbulentie ontstaan waardoor de positie van de schelp onstabiel wordt en ze dus gaat bewegen totdat ze opnieuw in een stabiele "bolle kant boven" positie komt te liggen. Het resultaat: de meeste schelpen liggen met de bolle kant boven.
Beantwoord door Steven Degraer, wetenschapper departement Noordzee
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Wetenschapscommunicator met expertise in landbouw en mariene biologie