Liefde voor je ouders, broers en zussen is bij de meeste mensen in onze maatschappij aanwezig. Toch loop ik al even met de gedachte dat er bepaalde mensen zijn die verliefdheid niet kennen, net zoals er personen zijn die de drang naar seks niet kennen (aseksuelen).
Is het wetenschappelijk verklaarbaar dat mensen het "vlinder in de buik"-gevoel nog nooit meegemaakt hebben?
Kan het zijn dat er een relatief "groot" aandeel van de bevolking dit voorheeft en waarom zou dit zo zijn?
En zou het dan om een aangeboren "oriƫntatie" gaan of kunnen externe factoren (ziektes, voeding, opvoeding, ...) er invloed op hebben?
Beste Joren,
Ik vind je hypothese interessant en hoopte dat een collega er een wetenschappelijk antwoord zou op hebben, maar dat schijnt, na ruim veertien dagen, niet het geval te zijn. Dus reageer ik maar met de bedenking dat het er waarschijnlijk van afhangt hoe je verliefdheid definieert. Voor velen is dat eigenlijk synoniem met het "vlinder in de buik"-gevoel. Maar ik sta open voor het idee dat je je kunt aangetrokken voelen tot iemand zonder dat gevoel te hebben. Moeten we dat dan verliefdheid noemen? Als er inderdaad aseksuele mensen bestaan, moeten we daarom de definitie van seksualiteit herzien? Zijn er factoren die ervoor zorgen dat iemand minder makkelijk of nooit het "vlinder in de buik"-gevoel ervaart? Het lijkt me minder waarschijnlijk dat voeding of ziekte daar een rol in speelt dan bepaalde ervaringen die iemand meegemaakt heeft, waardoor die vlinders niet zo makkelijk toegang krijgen tot de buik, omdat ze afgeblokt worden. Dit is echter geen wetenschappelijk bewezen stelling.
Gert Buelens
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Engelse en Amerikaanse literatuur Amerikanistiek Gender en seksualiteit