Groeit een boom van binnen naar buiten of omgekeerd?

Antwoord

De binnenkant van een boom, het centrum van de stam, is het oudste deel.
Een boom groeit in twee richtingen: in de lengte en in de breedte.
Bomen groeien door de aanmaak van nieuwe cellen, deze worden aangemaakt in bepaalde zones van de boom, de meristemen of celdelingszones.
Ruwweg kan je stellen dat een boom twee types van meristemen heeft: eindmeristemen die aan het uiteinde van elke twijg en wortel liggen en een cilindermeristeem dat de vorm heeft van een buis binnenin de stengel (ook de stam) of wortel.
De eindmeristemen doen een plant in de lengte groeien. Nieuwe cellen worden gevormd naar beneden toe (of naar boven in de wortels), zo groeien stengels. Eigenlijk duwen de meristemen zichzelf steeds verder.
Het cilindermeristeem doet een plant, en dus ook een boom, in de dikte groeien. Er worden voornamelijk nieuwe cellen naar binnen toe gevormd, deze ontwikkelen zich tot hout. Ook naar buiten toe ontstaan nieuwe cellen, maar veel minder. Hier ontstaat de bast en de korst van een boom.
Door het feit dat het buisvormige meristeem vooral cellen naar binnen toe vormt duwt het zichzelf ook naar buiten, het zal dus ook steeds groter moeten worden in diameter.
Op de bijgevoegde link naar wikipedia kan je enkele afbeeldingen vinden die dit proces illustreren.
Samengevat: het binnenste en het onderste deel van de stam is dus het oudste. Dit werd al gevormd toen de boom nog een klein kiemplantje was. Al de rest is later gevormd en is dus jonger.