Op wat baseerden de Egyptenaren zich bij het bouwen van piramiden?

Wim, 50 jaar
22 oktober 2011

We worstelen al een tijdje met deze vraag.

Antwoord

Er zijn verschillende antwoorden mogelijk op uw interessante vraag.

Architecturaal gezien, baseerden de Egyptenaren zich op 'gestapelde mastaba's'. Een mastaba is een graf in de vorm van een groot uitgevallen muurtje, met wanden die schuin naar boven wijzen. Die schuine wanden helpen de stabiliteit, de muren leunen zo tegen elkaar. Djoser was de eerste om een mastaba bovenop een andere te zetten, om zo een hoger en indrukwekkender graf te maken. Op zich was dat een herhaling van dat stabiliteitsprincipe: als je naar de top toe smalller werkt, zullen de muren minder wankelen. Het is geen toeval dat kaartenhuisjes ook zo gebouwd worden. En dat ook buiten Egypte heel wat piramiden werden gebouwd, met andere betekenissen.

Qua symboliek lopen de meningen uiteen. De namen van piramiden verwezen naar schitterende hemellichamen als zonnen en sterren, en de schuine zijden zouden verwijzen naar de loop van zonnestralen, als een lichtstraal die op de aarde valt. Tegelijk waren ze allemaal grafmonumenten, en liggen ze op de linkeroever van de Nijl, het land van de doden en de ondergaande zon. Sommige theorieën stellen dat ze een soort reincarnatiemachines waren, waarbij het licht van bepaalde sterren via smalle, kaarsrechte gangen op de overledene kon vallen. Voor alle duidelijkheid: dat is sterk omstreden. 

Over de technieken om ze op te richten zijn de meningen dan compleet verdeeld. De meeste steenblokken werden uitgehouwen, maar bijvoorbeeld Davidovits beweert dat ze grootste blokken (tot 60 ton) onmogelijk met mankracht konden worden gehouwen en versleept, zodat ze wel als een soort leistenen beton gegoten zijn. Mits voldoende smering is het mogelijk om redelijk grote gewichten te verslepen met mankracht, zelfs omhoog, maar over de manier waarop dat gebeurd is weinig geweten: een spiraalvormige helling (Lehner), een korte rechte helling, een helling dwars over de piramide die hergebruikt werd voor de top (Houdin), een zigzaggende helling (Lehner). Over één ding is bijna iedereen het eens: het werk gebeurde door vakmensen, niet zozeer door ongeschoolde slaven of gevangen. Die mensen waren in staat om metingen te doen, met een grachtensysteem de basis te nivelleren, en maten over te brengen op nog te houwen (of te gieten) blokken.

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Beantwoord door

Dr. Karl Catteeuw

Geschiedenis van opvoeding en onderwijs, Roemeens, muziek

Katholieke Universiteit Leuven
Oude Markt 13 3000 Leuven
https://www.kuleuven.be/

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be