Vrouwelijke benamingen zijn over het algemeen afgeleid van het neutrale of mannelijke woord (leraar - lerares, koning - koningin, gouverneur - gouvernante, enz.), maar dat is niet zo bij het begrippenpaar weduwe - weduwnaar: daar is het mannelijke woord afgeleid van het vrouwelijke. Zijn er zo nog, behalve dan kat - kater, en weet u hoe dat komt?
In deze interessante vraag brengt u verschillende principes samen.
Het basisprincipe is dat elke natuurlijke taal is opgebouwd als een binaire structuur (zoals een digitaal systeem) waarbij telkens één element gemarkeerd is en het andere niet gemarkeerd. Het taalkundige concept "geslacht" bestaat in de gevallen die u aanhaalt uit twee leden : mannelijk en vrouwelijk. In het Nederlands zoals in de meeste talen waarmee we vertrouwd zijn wordt het mannelijk beschouwd als het "geslacht" "by default", dus het mannelijk is niet gemarkeerd. Het zal met andere woorden ook gebruikt worden wanneer we het geslacht niet wensen te preciseren (bv de mens is sterfelijk, iemand, etc...). Dit impliceert dat vrouwelijk wel gemarkeerd is voor het geslacht. Dit betekent dan weer dat de gemarkeerde vorm ook in de codering van de taal (in de vormen die de taal hanteert om boodschappen uit te drukken) een speciale vorm krijgt. Per definitie is bijgevolg de vrouwelijke vorm complexer dan de mannelijke: hij is afgeleid van de mannelijke, want gemarkeerd.
De twee uitzonderingen die u geeft zijn verschillend van aard.
Bij kat en kater vertrekt u van het generische woord "kat". Kat duidt op de soort, niet specifiek op de vrouwelijke kat. Bij diernamen gebeurt het meer (in zowat alle talen) dat het zelfstandig naamwoord zijn eigen geslacht heeft, onafgezien van de sexe van het dier: de slang, de spin, de okapi hebben een bepaald grammaticaal geslacht maar het woord refereert naar de soort, niet naar een natuurlijke sexe. Men noemt dergelijke woorden epicenen. In dat geval zal men de adjectieven mannelijk of vrouwelijk moeten toevoegen om het geslacht te duiden: een vrouwelijke/mannelijke okapi bv. Ook het woord kat refereert naar de soort. Maar omdat kat als soortnaam in het Nederlands van het vrouwelijke geslacht is, kan men het ook gebruiken om te refereren naar een kat van de vrouwelijke sexe. Kater is dus in feite afgeleid van het generische woord kat. Het Zuidnederlands heeft dan weer voor beide geslachten een afleiding: kater voor het mannelijke dier en kattin voor het vrouwelijke. Volgens de taalvariant kan men dus kat of kattin voor het vrouwelijke dier gebruiken.
Weduwe volgt waarschijnlijk een ander principe, dat van de frequentie waarmee we in een bepaalde maatschappij geconfronteerd worden. In plaats van het binaire principe niet gemarkeerd / gemarkeerd kan het principe van de frequentie in een taal gelden. In dat geval is het frequentst voorkomende begrip de basis en wordt de afgeleide gebaseerd op het meest voorkomende. Denk bv ook aan vroedvrouw.
Wat die frequentie betreft : woorden als kleuterleidster en verpleegster lijken dat tegen te spreken, de mannelijke varianten kleuterleider en verpleger zijn daar immers niet van afgeleid. Of geldt daarvoor nog een ander principe? Alvast bedankt voor bovenstaande uitleg!
Oeps, sorry : twee dingen door mekaar gehaald. Gewoon negeren, best. Al blijf ik nieuwsgierig naar het mannelijke woord voor baker ;-)
Uw antwoord klopt, maar er is een fundamenteel verschil: weduwe is geen afleiding, terwijl de voorbeelden die u geeft, dat wel zijn. En dan komen we terecht in de derivationele morfologie. Hier wordt de betekenis niet gedragen door het hele woord, maar door het suffix -er, en dit is uiteraard zeer frequent, frequenter dan -ster. Van werkwoorden kunnen we zonder probleem beroepen afleiden door middel van -er (-er betekent dus "beroep" of "persoon met een bepaalde functie") en de vrouwelijke vorm van -er is -ster. En weer merkt u dat de vrouwelijke vorm complexer is dan het mannelijke suffix. Opnieuw geldt hier het structurele principe niet-gemarkeerd met minimale vorm en gemarkeerd met een uitgebreidere vorm: -er vs -ster. U zal merken dat we in heel wat omstandigheden de vorm op -er ook kunnen gebruiken voor vrouwelijke referenten: bv. mevrouw X is de bedrijfsleider. Met bedrijfsleidster wordt het moeilijk. Leidster kan niet in alle omstandigheden gebruikt worden.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.
Linguïstiek van de Romaanse talen en het Spaans in het bijzonder