Ergens in de jaren zestig, vermoed ik.
In het basis- en secundair onderwijs werd het verkorten de schoolweek tot vijf lesdagen per week vanaf november 1973 toegestaan (en wijd gevolgd), en vanaf het schooljaar 1974-1975 opgelegd. In het hoger onderwijs was het vanaf dan ook mogelijk, maar is de verkorte lesweek nooit opgelegd - in de universiteitssteden zijn er toch soms lessen op zaterdagnamiddag, en heel vaak examens op zaterdag (maar nooit op zondag).
De meest aangehaalde reden was de oliecrisis na de Jom Kipoer-oorlog: omdat Westerse landen Israël steunden tijdens die oorlog, verhoogden de OPEC-landen de prijs van ruwe olie in één klap met 70%. Om te besparen op olieverbruik, werd geëxperimenteerd met autoloze zondagen (qua energiebesparing geen echt succes) en met minder verwarming in scholen, die voortaan twee volle dagen per week gesloten bleven.
In werkelijkheid was dat slechts een aanleiding. In de meeste sectoren gold vanaf 1960 een vijfdaagse werkweek, het onderwijs kon moeilijk achterblijven bij die arbeidswetgeving. Een goed boek hierover is 'Strijd voor waardering' van Lies Van Rompaey.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.