Bevochtiging is een heel ingewikkeld proces, dat nog niet tot in alle details begrepen wordt.
Kort gezegd: een laagje water op een tegel moet een evenwicht zien te vinden tussen twee krachten: de oppervlaktespanning, die probeert het oppervlak van je plasje zo klein mogelijk te houden (met andere woorden: die plas te herleiden tot een bol water) en de aantrekkingskrachten tussen het water en de tegel, die proberen de natte tegel nat te houden (met andere woorden: die bol te veranderen in een zo groot mogelijk plat oppervlak).
Door verdamping verdwijnt er water, waardoor de plas kleiner wordt. De oppervlaktespanning probeert die plas bij elkaar te houden binnen één vlies, wat een steeds maar kleiner wordende plas oplevert. Dat ziet eruit alsof de randen naar binnen kruipen. Maar oneffenheiden of andere details in het tegeloppervlak kunnen maken dat de plas ook elders op de tegel 'loslaat' en dat de rand van de plas ook van die punten wegwijkt.
De vloer zal 'per tegel' drogen omdat op de voegen de krachtenbalans heel anders is, en de oppervlaktespanning het daar niet wint.
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.