Hoe komt het dat een mier niet doodvalt van een grote hoogte en een mens wel?

marco, 21 jaar
9 juni 2011

Een mier valt minder snel dan een mens (komt dat doordat een mier meer oppervlakte heeft in verhouding tot zijn inhoud/gewicht?). Maar een mier heeft ook een grotere vertraging als hij valt, doordat zijn poten minder lang zijn en dus de afstand waarin de vertraging plaatsvindt heel klein is. Hoe komt het dan toch dat een mier niet doodvalt van een grote hoogte en bijvoorbeeld een mens wel?

Antwoord

 Beste Marco,

Je vraag is een tijdje in cyberspace verloren gegaan maar hier is dan uiteindelijk toch een antwoord.

In feite geef je zelf al een flinke hint tot de oplossing: het verschil tussen een mier,  en bij uitbreiding de meeste kleine dieren, en een groter organisme zit hem in de verhouding massa/oppervlak. Een mens valt niet dood als hij aan een parachute hangt omdat de wrijving met de lucht zo groot is dat de valsnelheid constant wordt, niet verder toeneemt boven een bepaalde snelheid. De parachute zorgt er voor dat die snelheid binnen de veiligheidsgrenzen blijft. Een mier is haar eigen parachute: haar lichaam zorgt voor voldoende wrijving om een dodelijk snelle val te vermijden. Het is een kwestie van verhouding. Een voorbeeld: de meeste spinnen lopen niet de minste schade op bij een val, maar grote vogelspinnen overleven een val van enkele meter niet. Bij die dieren is de massa in verhouding tot het oppervlak te hoog en de wrijving met de lucht onvoldoende om de valsnelheid te bepreken.  

Van ‘vertraging’ is eigenlijk geen sprake. Het is de versnelling die bij voldoende wrijving stilvalt. 

Groeten,

Rudy

Reacties op dit antwoord

Er zijn nog geen reacties op deze vraag.

Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.

Zoek andere vragen

© 2008-2025
Ik heb een vraag wordt gecoördineerd door Eos wetenschap. Voor vragen over het platform kan je terecht bij liam.verbinnen@eos.be