Licht kan - eens voorbij de waarnemingshorizon - niet ontsnappen uit een zwart gat. Toch zendt het zwart gat de zogenaamde Hawking-straling uit. Hoe kan dit? De lichtsnelheid is toch de limiet! Toch blijkt een zwart gat 'zichtbaar' te zijn door het uitzenden van die bepaalde straling.
Hawking-straling vereist niet dat iets ontsnapt uit een zwart gat met een snelheid groter dan de lichtsnelheid.
Het is een kwantumeffect. Uit het onzekerheidprincipe van Heisenberg volgt dat in het vacuum gedurende korte tijd spontaan een deeltje-antideeltje-paar kan ontstaan. Normaal verdwijnt dat dus weer na die korte tijd. Maar stel dat het gebeurt vlak bij de waarnemingshorizon van een zwart gat. Dan is er een kans dat in die korte tijd een van beide in het zwarte gat verdwijnt en het andere niet. Dan kunnen ze elkaar niet annihileren, en er blijft een deeltje over buiten het zwarte gat. Als dat weet te ontsnappen, is er dus massa bijgekomen buiten het zwarte gat, en dan moet het zwarte gat netto massa verloren hebben. Raar maar waar!
Er zijn nog geen reacties op deze vraag.
Enkel de vraagsteller en de wetenschapper kunnen reageren op een antwoord.