Is het waar dat er in champignons een kankerverwekkende stof zit?

Antwoord

In alles wat je eet zitten kankerverwekkende stoffen. Mensen krijgen hun kankers nu eenmaal ergens van, en in veel gevallen heeft je voedingspatroon daarmee te maken. Twee kanttekeningen:

1. in heel veel gevallen is het onmogelijk om het precieze verband te leggen, omdat het een combinatie is van erfelijke aanleg, gedrag, omgevingsinvloeden, toeval en de optelsom van een hele reeks stoffen in je voeding.
2. het is niet omdat ergens een kankerverwekkende stof in zit, dat je er kanker van krijgt: alles hangt af van de dosis. En de hoeveelheden 'kankerverwekkers' in ons voedsel zijn zo miniem dat je ze elk apart eigenlijk kunt negeren.

Slechts van enkele stoffen is het verband met kanker zo duidelijk dat je ze echt  moet mijden. In dat geval verbiedt de overheid het verkopen van producten waar die stof in voorkomt. Of als het om een natuurproduct gaat (bijvoorbeeld taxus, of vingerhoedskruid) waarschuwt ze dat de plant in kwestie giftig is. Dat soort planten zul je in voedingswinkels niet aantreffen.

Het gezond verstand vertelt dus al dat champignons niet ongezond kunnen zijn, of ze zouden niet op de markt zijn. Eet ze gerust, ze bevatten ook veel goede dingen. En als je ze vermijdt, zul je iets anders moeten eten, en daar zitten ook - uiterst minieme - hoeveelheden van allerlei 'kankerverwekkende' stoffen in.

De gulden regel blijft: eet gevarieerd, en ga van niets enorme hoeveelheden eten - want dan begin je misschien wel een of andere stof in schadelijke hoeveelheden binnen te krijgen. Hoe gevarieerder, hoe kleiner de kans dat de optelsom van al die minuscule hoeveelheden kankerverwekkers toch effect heeft.

Gemiddeld gezien is het voedingspatroon van de gemiddelde Belg te eenzijdig en beschermt het eten van meer groenten en fruit ons net tegen kanker.

Misschien voor alle duidelijkheid: een 'kankerverwekkende stof' is niet een stof waarvan je kanker krijgt zodra je ermee in aanraking bent gekomen. Artsen noemen een stof  'kankerverwekkendf' zodra ze, als je ze landurig en in onnatuurlijk grote hoeveelheden aan een proefdier geeft, bij een deel van die proefdieren kanker uitlokt.